BRU-AGSB-Z-n1962
Algemene gegevens
Analytische datum: 28-01-1782Opmerkingen analytische datum: De datum betreft de verzending van de kopie. // Bijkomende dateringen: "van den 14.en deser" (24/01/1782); "ten jaere 1780 ende 1781".
Type: Brief van de abdij van Zonnebeke aan de pastoor van Beselare met mededeling van de aanstelling van een expert om de schade te ramen die de abdij geleden heeft door de onterechte inning van novale tienden door de pastoor van Beselare
Beschrijving: Brief [van de abdij van Zonnebeke] [aan de pastoor van Beselare], waarin vermeld wordt dat de abdij, na overleg met de raadsheer, besloten heeft om Pieter Augustijn Baijart, gezworen taxeerder en scheidsman van de Zaal en kasselrij van Ieper, aan te stellen als expert om te ramen hoeveel schade de abdij geleden heeft door de onterechte inning van novale tienden te Beselare door de genoemde pastoor. De pastoor wordt gevraagd om zelf ook een expert aan te stellen.
Opmerking: Kladversie.
Tekst
[In de linkermarge:] Fait Copie Et Envoie le 28 Janv[ie]r 1782
Mijn heer
Alsoo wij VE[deles] missive van den 14.en deser met den Staet ofte specificatie van de novale thienden bij VE[dele] ten jaere 1780 ende 1781 opgehaelt maer provisioneelijck bij onse respective missiven van de selve date hebben beantwoordt ter causen wij daer over nochte met elckanderen nochte met onsen raedt geconfereert en hadden het welcke alsnu gedaen hebbende soo dient desen om VE[dele] te segghen dat het advijs van onsen raedt draegt dat ingevolghe de sententie van recredentie t'onsen voordeele uijtgesproken in den raede van Vlaenderen de Schaede bij VE[deles] trouble ons gedaen moet volgens de commissie van complainte begroot worden ten segghen van mannen hun des verstaende: ten effecte dies wij benaemen voor experten van onsen Kant sieur pieter augustijn Baijart geedt prijser ende deelsman der Zaele ende casselrije van Jpre woonende tot passchendaele versouckende VE[dele] van oock eenen expert van uwen Kant te benaemen ten effecte voorseijt ende ons danof part te gheven ten fijne de selve onder hun souden Konnen dagh bestemmen omme daer toe te procederen wij hebben d'eere te wesen
Mijn heer
VE[deles] oodtmoedige Dienaeren