Niet ingelogd - Inloggen
Bekijk geschiedenis

BRU-AGSB-Z-n1844

Algemene gegevens

Analytische datum: 05-03-1671

Opmerkingen analytische datum: Bijkomende dateringen: "den eersten febr. xvjC achtentsestich" (01/02/1668); "den eersten febr. xvjC tseuentich" (01/02/1670); "eersten febr. xvjC neghenentsestich" (01/02/1669); "eersten fevr. xvjC tseuentich" (01/02/1670); "baefmisse xvjC neghenentsestich" (01/10/1669); "baefmisse xvjC tseuentich" (01/10/1670); "den eersten meij xvjC tseuentich" (01/05/1670); "Jaeren acht ende neghenentsestich" (1668 en 1669); "in date den elfsten octobre xvj.C tseuentich" (11/10/1670); "acht ende neghenenvichtich" (1658 en 1659); "den dertichsten Januar. xvjC tseuentich" (30/01/1670); "ten Jaere 1668"; "ten jaere 1669"; "ten Jare 1668"; "den derthiensten febr. xvj.C tseuentich" (13/02/1670); "den 24 febr. 1670" (24/02/1670).

Type: Rekening van de kapelanij van Sint-Jacobs in de kerk van Roeselare, 1668-1670

Beschrijving: Jan Weerbrouck, ontvanger van de goederen van de kapel van Sint-Jacobs in de kerk van Roeselare, legt de rekening van de inkomsten en uitgaven voor aan meester Jacobus Louuier, pastoor en deken van Roeselare, die van de officiaal Bernardus van Thienen van het bisdom van Brugge de opdracht gekregen had om deze af te horen. De rekening betreft de periode 01/02/1668-01/02/1670. De kapelaan van die kapelanij, Michiel Baelde, werd begraven op 24/02/1670 en werd opgevolgd door meester Pieter Hoet.

Opmerking: Kopie.

Tekst

[VOORLOPIG]

test

Copie

Ghepresenteert Reuerentelick bij den doender deser in auditie van dh[ee]r ende m[eeste]re Jacobus Louuier baselier for[matu]s In de H[eijligh]e Godtheit pastor ende Deken der districte van Roussellare Als ghecommitteert tot het hooren van dese rekeninghe van mijn eerw.e Heere Bernardus van thienen officiael des bisdoms van brugghen desen v.en maerte 1671

Rekeninghe Bewijs ende Reliqua Omme Jan weerbrouck die onfanghen heeft het Jaerelickx incommen van de goedinghen competerende de Cappelle van Sinte Jacobs bijnnen de kercke van roussellare waer van nu ter tijde [neemt wel] erfachtich Capellaen van is gheweest Hr michiel baelde ende nu Heer ende m[eeste]re P[iete]r Hoet ende dat van den onfanck ende administratie die den voornomden weerbrouck heeft ghehadt gheduerende den tijdt van drije Jaeren waer van het eerste Jaer is verscenen den eersten febr[uari] xvj.C achtentsestich ende het Laeste van diere verscenen den eersten febr[uari] xvj.C tseuentich

Onfanck

Aengaende de hauer rente competerende de voornomde Cappelle consisterende in tweehondert ende veerthien baensten twee vier spindt een vierde een achste ende sesthiende van een vier spindt hauer gaende vut eenen- vichtich ghemeten ende eenenveertich roeden Lants ende mersch waervan voo[?] desen een ghemet twee lijnen

test

ende acht roen ghecompeteert hebbende Joos tauerloot commende vut den hoofde van Iaques de meestere gheabbandoneert sijn voor de rente vutwisens dacte danof sijnde ghepasseert voor schepenen van Ougierlande welcke voornomde Landen nu van weghen de voornomde Cappelle bij pachte ghebruckt heeft dierick turloot nu Joos van hee filius p[iete]rs voort in vanghelicke gheabbandoneert van weghen ende eertijden Laurens de voldere proprietaris van vijf lijnen ende vichtic roen Landts welck voornomt Landt oock van weghen de voornomde Cappelle verpacht woort met de andere landen het welck de voornomde Cappelle in proprieteit toebehoort oock is van ghelicken abbando- nerende Jan heule met sijn Consoorten proprietarissen van twee lijnen veerthien roen Landts het welcke nu in pachte ghebruckt Gillis roelens filius prs. welcke voor- nomde Landen oock begrepen in de voornomde eenenvichtich ghemeten eenveertich roeden subiect in de voornomde hauer rente Jndervoeghen dat de drije Abbandoneerde partien vut- bringhen tsamen vier ghemeten tweentseuentich roen waermede de hauer rente hier vooren vermindert van seuenthien baensten vier vierspindt de welcke ghecort van twee hondert ende veerthien baensten twee vier spint een vierde een achste ende sesthiende deel van een vierspint blijft maer suuer te onfanghen een hondert sessentneghentich baensten drije vierspint een vierde een achste ende sesthiende deel van een vier spint van vijf vier spint in eenen baenst Waer vanden doender deser Jnbringht voor onfanck ouer de redemptie van de naeruolghende drije Jaeren Als volcht

Eerst

Ouer het Jaer verschenen den eersten febr[uari] xvj.C achtentsestich gheredemeert tot twee ponden parisis Jeder baenst comt de voernomde een hondert sessentne- ghentich baensten drije vierspint een vierde een achste ende sesthiende deel van een vierspint bedraeghen

[Conforme de notitie van den doenders onfanck bouck]

de somme van drije hondert drientneghentich ponden seuen grooten ende ses deniers parisis dus hier de selue - iij.C iiij.XX xiij lb viji s vj d parisis

Jtem onfanghen ouer tJaer verscenen gel... eersten febr[uari] xvj.C neghenentsestich gheredimeert tot een pont thien grooten parisis Ieder baenst comt te bedraeghen ter somme van twee hondert vijfentneghentich ponden acht grooten parisis dus hier oock - ij.C iiij.XX xv lb viij s parisis

Jtem onfanghen ouer het Jaer versceenen ghelicken eersten fevr[ier] xvj.C tseuentich ghe- redemeert tot twee ponden parisis den baenst comt te bedraeghen de somme van drije hondert drien tneghentich ponden seuen grooten ende ses deniers parisis dus hier oock de selue somme van - iij.C iiij.XX xiij lb vij s vj d parisis

Eerste Somme

- j.M iiij.XX ij lb iij s parisis

test

Onfanck van Lants pachten competerende de voornoemde Cappelle

[conforme den pachtbrief] Alvooren ontfanghen van Carel Verburch Guiliame en Jan van hecke pachters tsament van ontrent de sesthien ghemeten Lants eende dijt ouer drije Jaeren pacht van sesse ten Aduenante van seuenentneghentich ponden parisis tsiaers tlaeste van diere verscenen baefmisse xvj.C neghenentsestich comt ouer de voornoemde drije Jaeren de somme van tweehondert eenen tneghentich ponden parisis dus hier oock - ij.C iiij.XX xj lb parisis

[woort gebruckt bij beloofte van den pachter dese ghemelde somme Jaerelickx te betaelen tot wederop]

Jtem onfanghen van Gillis roelens filius pieters de somme van een twintich ponden parisis ouer drije Jaeren Lants pacht van ontrent twee lijnen veerthien roen Lants ende mits de proprietarissen dit voornoemde landt sijn abbandonerende soo heeft den voornoemden roelens tot verhael van de achterstellen beloofte te betaelen alle Jaere de somme van seuen ponden parisis blickende bij de voorgaende rekeninghe ghedaen bij tanneken Clais vidua van Jan brunneel dus comt ouer de voornoemde drije Jaeren verschinnende baefmisse xvj.C tseuentich de somme van eenentwintich ponden parisis dus hier oock - xxj lb parisis

[bij pachtbrief] Jtem onfanghen van Joos van hee filius pieters als pachter van vijf lijnen acht roen Lants ouer een Jaer pacht van sesse versceenen den eersten meij xvj.C tseuentich ten aduenante van sen ponden parisis van de eerste drije jaeren de resterende drije Jaeren voor de somme van thien ponden parisis tsiaers daer te vooren dijt voornomde Landt in pachte gebruckt Laest bij dierick

tuerloot ende mits de insoluentie van den voornomden tuerloot sijn de twee voorgaende Jaeren acht ende neghenentsestich gheweest onrecouurerelick dus comt ouer tuornoemde Jaer de somme van vj lb parisis

[bij notitie van den doender] Jtem de voernoemde Cappelle comt noch in profijtte ouer soo veele de hauer de welcke bij eenighe van de rente gelders in specien gheleuert si gheweest meer verkocht als den Los is ghestelt dus tot de somme van drije ponden parisis dus hier oock - iij lb parisis

[alsoo dese ghe libereerde segghen ende bewijsen tselue betaelt te hebben aen den voorgaenden onfangher salmen hier vooren toe spreken sijne erf ghenaemen tot betaelinghe van dese somme] Jtem de voornomde Cappelle vindt goet an Antheunes roelens de somme van een hondert ses ponden parisis van ghelicke An de vidua p[iete]r van Hecke de somme van een hondert ende achtentachtentich ponden drije schele parisis blickende bij de voorgaende rekeninghe ghedaen bij tanneken Claes vidua van Jan brunneel in date den elfsten octobre xvj.C tseuentich tot verhael van welcke somme voornoemt proces is ventele- rende voor burchmeestere ende schepenen der stede van roussellare soo dat de voornomde sommen voor Alsnoch sijn gheweest niet onfanghelick dus memorie ende alhier in den onfanck niet

[den gheseiden wulf pretendeert an Heer baelde ghelicke somme of meer van taire tot sijnnen huuse bij hem ghedaen dus hier niet] Jtem ouer soo veele schuldich is Andries de Wulf nu sijnne hoirs ouer soo veele hij is gheweest borghe van het landt ghebruckt bij Dierick tuerloot ouer de Jaeren verscenen acht ende neghenenvichtich blickende bij de rekeninghen voornoemt ende alsoo den voornoemden de Wulf goet vindt an Heer michiel baelde is hier van niet onfanghen dus memorie ende alhier in den onfanck niet - ij.e somme - iiiC xxj lb parisis

test

ende de totaele somme vanden generaelen onfanck hier vooren bedraeght een duust vierhondert drije ponden drije schele parisis dus hier oock - j.M iiij.C iij lb iij s parisis

van welcke somme ghetrocken den salaris van den onfancq naer Aduenante van den thiensten penninck bedraeghende een hondert veertich ponden vijf schele parisis blijft suuer in proffijte van de voornomde Cappelle een duust twee hondert tweentsestich ponden achthien grooten parisis - j.M ij.C lxij lb xviij s parisis

Wutgeuen ende betaelinghe ghedaen op den voorseiden onfancq [bij quictancie] Alvooren betaelt an den Eerweerden pater Theodorus Lamote de somme van twee hondert vierentachtentich ponden vier schele parisis ouer het doen van de missen ter ontlastinghe van de voornoemde Cappelle daer mede sij iaerelickx is belast emmers blickende bij vier quittantien hier van sijnde inhoudende de voornoemde somme van - ij.C iiij.XX iiij lb iiij s parisis

Jtem betaelt an p[iete]r matthijs de somme van vierhondert tweendertich ponden parisis ouer twee Jaeren ende vier maenden tafelcosten van de houdenisse van Heer michiel baelde tleste van diere verscenen den dertichsten Januar[i] xvj.C tseuentich vier quittancien hier van sijnde inhoudende de voornoemde somme van - iiij.C xxxij lb parisis

Jtem betaelt an Jan baptiste de griecq ende Geraerd du gardein messagiers deser stede sessen dertich grooten parisis ouer het publiceeren van de kerckghebooden van den valdach ende lossen van de voornoemde hauerrente bij drije billietten van Specificatie hier van sijnde inhoudende de voornoemde - xxxvj s parisis

Eerste somme - vij.C xviij lb parisis

Ander van vutgeuen

[bij quictancie] Betaelt an p[iete]r smalbeen de somme van neghen ponden vier schele parisis ouer de leueringhe ghedaen bij den voornoemden Smalbeen an Heer michiel baelde van twee paer schoen een par ten Jaere 1668 ende een paer schoen ten jaere 1669 blickende bij sijnne quittancie inhoudende de voernoemde somme - ix lb iiij s parisis

test

[dese somme is bij den rendant van partie ontfaen dus hier roij...] [doorstreept: Jtem betaelt an d heer p[iete]re de meulennare greffier deser stede de somme van seuenthien ponden elf grooten parisis ouer het lichten van een acte ten laste van Antheunes roelens filius p[iete]rs ende mits den voornoemden Roelens heeft vercreghen staet soo is de voornoemde somme hier vooren bredden ghementioneert voor Alsnoch gheweest niet onfanghelick dus hier oock de selue - xvij lb xj s parisis]

tweede somme verse - ix lb iiij s parisis

Ander

[habeat ter cause van de ruine bij de soldaten gedaen ten Jare 1668] Jtem bringht noch voor vutgeuen de somme van achtenveertich ponden thien grooten parisis ouer soo veele bedrecht den helft van den Lants pachts vanden Jaer quitschelt ende moderatie verleent an Carel verburch Guiliame ende Jan van Hecke Als pachters van de Landen compterende de voornoemde Cappelle ter cause vande voorgaende troubelen ende inuasie van den franschen legher alhier ghecampeert wesende treckende naer bellem dus hier oock - xlviij lb x s parisis

An Gillis roelens filius prs. ter causen als vooren van de voornoemde troubele tijden de somme van - vij lb parisis

Comt alhier oock In vutgeuen de voornomde somme van - vij lb parisis

3e somme

Lv lb x s parisis

Ander van vutgeuen

[par quittancie] Betaelt an pr matthijs de somme van sesthien ponden parisis ouer ende in volle betaelinghe van een maendt tafelcoosten van de houdenisse van heer michiel baelde versceenen den derthiensten febr. xvj.C tseuentich dus hier oock de selue - xvj lb parisis

Ander vutgeuen

[bij quitancie] Betaelt an dHeer Jan vander woude Coster de somme van drije ponden parisis ouer het visiteren ende Leueringhe van sijn medicamenten ghedaen an Heer michiel baelde sieck wesende dus hier oock de selue - iij lb

iiije somme bedraecht - xviiij lb parisis

test

Ander vutgeuen

[bij quittancie] Betaelt an mijn eerweerdighen heer ende meestere Jacobus Louuier pastor ende Deken deser stede de somme van vierendertich ponden ouer sijnnen meesten dijnst ghedaen in de begrauenisse van heer michiel baelde mitsgaders oock met de leueringhe van vijf pondt zelure wasch georboort in de voorseide begra- enisse comt hier oock voor vutgeuen - xxxiiij lb parisis

Betaelt an mijn eerweerdighen Heer Cappellaen Guilelmus delseijne de somme van acht ponden parisis mitsgaders oock betaelt an Anthoine van Hallewijn Coster de somme van ses ponden parisis soo oock van sgelicken betaelt aen Carel de hulster klock Luuder de somme van ses ponden parisis ouer hunnen dijnst ghedaen in de begrauenisse van Heer michiel baelde bij drije quittancien hier van sijnde vut bringhende tsament twintich ponden parisis dus hier de selue - xx lb

Betaelt an p[iete]r Chaijtaen de somme van acht ponden acht grooten parisis ouer de Leuerijnghe bij den voornoemden Chaijtaen ghedaen van een doodtkijste mitsgaders oock ouer sijn moeijenissen ghedaen in het suijueren van den voornomden Baelden soo oock ouer sijn recht als kerckeballiu emmers bij quittancie van particularisatie inhoudende de voornomde - viij lb viij s parisis

Betaelt an Gilles Teste twee ponden acht grooten parisis ouer sijnne moijenissen ghedaen In het maeken van den pijt tot begrauenisse van Heer michiel baelde in de kercke dus hier oock de selue - ij lb viij s parisis

v.e somme bedraecht - lxiiij lb xvj s parisis

[trans...t] Betaelt an Laurens de snouck de somme van vier pon thien grooten parisis An Guiliames roelens filius pieters ende Gillis roelens filius mattheus etc vierentwintich stuuers en half ter cause van hunne Leueringhe ghedaen an Heer michiel balde van broot ende booter comt tsamen de somme van neghen ponden acht schele parisis bij drie quittancien inhoudende de voorseijde - ix lb viij s parisis

Ander vutgeuen

[bij quictancie hier geexhibeert] Betaelt an mijn eerweerdighen heer ende meestere jacobus Louuier de somme van pont grooten vlams in ponden parisis de somme van sessenentneghentich ponden parisis ouer sijn verscot van gelde[?] ghedaen an heer ende meester pieters hoet omme het vercrijghen van dispensatie voor den voornoemden hoet dus hier oock - lxxxxvj lb parisis

Jtem noch betaelt an mijn eerweerdighen Heer Louuier twaelf pont grooten vlams compt in ponden parisis de somme van een hondert vierenveertich ponden parisis met noch vier ponden parisis betaelt an Heer ende meestere pieters hoet bij twee quittancien inhoudende - j.C xlviij lb parisis

test

Betaelt an den eerweerdighen pater Albertus eerc- kelbout de somme van tsestich ponden parisis ouer het doen van missen ter ontlastinghe van de voornoemde Cappelle daer mede sij Jaerelickx is belast emmers blickende bij quittancie hier van zijnde inhoudende de voornoemde - lx lb parisis

Betaelt an giles roelens filius mattheus ouer drije daghe vacatien ghedaen in het beleen tot het maken van de nieuwe Lantsmate competerende de voornoemde Cappelle vier pont thien grooten parisis dus hier oock - iiij lb x s parisis

vj.e somme - iij.C xvij lb xviij s parisis

Somme totale van de betaelinghe bedraeght - j.M j.C iiij.XX viiij s parisis

ende den onfanck hier vooren - j.M ij.C lxij lb xviij s parisis

Dus meer onfaen dan betaelt ende blijft den doender ten achter ende de Cappelle te vooren de somme van - iiij.XX iij lb x s parisis

Aldus ghehoort gheexamineert ende gheslooten onder protestatie als naer rechte bij de gone ende ten daete als in proemio ende was ondertekent

J. Louuier

Alsoo Heer baelde ghestoruen ende begrauen is den 24 febr[uari] 1670 comt hier tsijnne profijte van het selue Jaer alleene twee deelen van drije het deerde deel competerende den eerweerdichsten Heere den bisschop ouer de vruchten in Limine ende den teghenwoordighen possessuer van tselue beneficie bedraeghende dijt deerde deel afghetrocken de thien ponden grooten ouer de missen de somme van 63 guldens elf stuuers en aluen

test

Rekeninghe Omme Jan Weerbrouck dije Onfanghen heeft het Jaerelickx incommen van de goedinghen competerende de Cappelle van S[in]t Jacobs bijnnen de kercke van Roussellare

[op apart briefje: Nr. 3. Lieu: ... anné: 1671 (2 Mars] Auteur: J. Leuvier (priester en deken van het district van Rousselaere) Objet: Compte de Jean Weerbrouk - Qui a reçu la rente Annuelle des biens concernans la Chapelle de St Jacques située Dans l'Eglise de Roulers Flamand Pas de sceau]