BRU-AGSB-Z-n1846
Algemene gegevens
Analytische datum: 31-08-1728Opmerkingen analytische datum: Bijkomende dateringen: "op den 16en xbre 1724" (16/12/1724); "vanden 28 januarii 1725" (28/01/1725); "in 7bre 1726" (09/1726); "1728".
Type: Dringend verzoek door de stad Roeselare aan de bisschop van Brugge, om te willen verklaren bij apostille dat de stad 2 onderpastoors nodig heeft
Beschrijving: De baljuw, burgemeester en schepenen van Roeselare, en de bestuurders van Roeselare-Buiten, verzoeken de bisschop van Brugge om bij apostille te verklaren dat in Roeselare-Binnen en Roeselare-Buiten minstens 2 onderpastoors nodig zijn. Op een eerder verzoek van de stad werd geantwoord dat eerst bijkomende informatie van de landdeken nodig was; deze adviseerde om aan het verzoek het totale aantal communicanten en non-communicanten toe te voegen, evenals een opgave van de grootte van de parochie, een overzicht van de beneficies en een kopie van de overeenkomst met de paters augustijnen te Roeselare. Verdere verzoeken van de stad leverden niet het gewenste resultaat op, zodat de stad verzocht om haar haar documenten terug te sturen, wat ook niet gebeurde. De stad vraagt nu aan de bisschop of hij toch een beslissing zou willen nemen aangaande deze affaire, of dat hij zou willen dat het verzoek nogmaals voorgelegd zou worden, en dat hij hen nu toch zeker zou willen antwoorden.
Opmerking: Kopie.
Tekst
[VOORLOPIG]Copie
hooghwerdighst heer
wij hebben d'eere ghehadt van op den 16en [decem]bre 1724 aen uwe hooghwerdigheijt requeste te presenteren ten eijnde sij soude believen ghedient gheweest t'hebben par appostille op de selve requeste te declareren dat tot Rousselaere binnen ende buijten ten minsten noodigh sijn twee onder pastors, waerop wij voor appostille becommen hebben alvooren daer over te disponeren dat de Selve requeste gheleijt sij in handen vanden heer landDeken ten eijnde hij ons te vollen informere op het versouck daer bij ghedaen ende dienaengaende diene van sijn advijs bij bijsondere brieven waeraen voldaen sijnde gheweest heeft sijne ghemelde hoogh- werdigheijt par tweede appointement op de selve requeste vanden 28 januarii 1725 andermael ghedient gheweest te segghen naer ghesien hebbende t'advijs vanden landtDeken dat aende requeste sij ghevought het precijs ghetal soo der communicanten al non communicanten ende eene declaratie vande precijse extendue oock vande beneficien ende copie van t'concordat ghemaeckt met d'eerw[eerd]e p[aters] augustijnen etc[eter]a waeraen aendermael voldaen is gheweest ende naer veele Sollicitatien, den eenen tijdt voor antworde becommen dat uwe hooghwerdigheijt naer Brussel moeste gaen d'ander tijdt dat uwe hoogwerdigheijt sijn visite stont te doen
naer Rousselaere ander tijde datter twee cappellaenen waeren, dat het volck ghedient was sonder eenighe voorder appostille te geven ende alsoo sijne hooghwerdigheijt tot Rousselaere heeft gheweest in [septem]bre 1726 sonder dat wij de ghevraeghde appostille hebben becommen ende daerom vraghende restitutie van onse pampieren heeft uwe hooghwerdigheijts Secretaris in th'uijs vanden heer Deken belooft deselve te senden sonder dat hij t'selve tot noch ghedaen heeft niet jeghenstande wij d'eere ghehadt hebben van daerover eenighe reijsen te schrijven, den welcken heer Secretaris daer naer heeft believen t'antworden dat hij gheen pampieren en hadde nochte daer van en wiste te spreken, ende alsoo van die afairen evenwel een eijnde moet commen terwijlent al reede de twee ghemeenten onder- linghe in processe sijn, ende dat d'heeren onder- pastors faute van betaelijnghe gheobligeert sullen worden te quiteren, ofte selfs te agieren, wij nemen de liberteijt van ons andermael aen uwe hooghwerdigheijt te addresseren ende iterativelijck met alle ootmoedigheijt te bidden ende vraghen (aenghesien wij aen alle de opgheleijde ordinantien voldaen hebben) ofte het aen uwe hooghwerdigheijt als nu soude believen te disponneren op de voorseijde ghepresenteerde requeste effectivelijck ghedemanueert waeren ofte wij die op nieuwe souden presenteren ende ghemerckt wij in desen sijn agierende tot volcomminghe aen ons plight soo bidden wij u hooghwerdigheijt van door sijnen Secretaris sijne antworde ons te laeten schrijven ten fine wij inghevolghe die, ons in voorder stellen met vast betrauwen dat uwe hooghwerdigheijt
niet en Sal qualijck nemen dat wij alle middelen van justitie ghebruijcken om onse thiende heffers te bedwijnghen tot het gonne het reght ende reden hun verbindt sullende altijdts blijven met alle onderdanigheijt ende respect
Hooghwerdighst heere
V hooghwerdigheijts ootmoe- dighste ende bereijtste dienaere
Bailliu burghmeestere ende Schepenen der Stede van Rousselaere midtsgaders de regierders van Rousselaere Buijten
ende is onderteekent P. Demeulena[ere]
van boven uijt onse vergaderinghe vanden 31 oust 1728
J. Marant 1728