Niet ingelogd - Inloggen
Bekijk geschiedenis

BRU-AGSB-Z-n1735

Algemene gegevens

Analytische datum: 17-05-1721

Type: Aanbeveling door N. De La Salle [aan de abt van Zonnebeke] van Antonius Aspeslagh voor de de positie van schoolmeester van Roeselare

Beschrijving: N. De La Salle verklaart aan de [abt van de?] abdij van Zonnebeke dat de brenger van het document, Antonius Aspeslagh, de zoon van de schoolmeester van Roeselare, graag zijn ernstig zieke vader zou opvolgen, en dat hij deze persoon aanbeveelt voor deze positie aangezien de inwoners en de magistraat hem een goede kandidaat vinden, hij bekwaam is voor de positie, een goede reputatie geniet en een inwoner van Roeselare is.

Tekst

[VOORLOPIG]

test

Rousselaere 17 Meij 1721

Eerweirdighst Heer

Den Brengher deser Antonius Aspeslagh den sone van onsen schoolmeester, die buijtten hope is van oit herstelt te worden veel min bequaem tot sijn functie van schoolmeester om redens van sijne ghedurighe sieckte soude geirne succideeren in dese platse mits het volle Conten- tement is van sijnen Vaeder en Moeder soo ist dat ick den seluen bem recommandeerende VL[ieder] Eerweirdighst heere ten vijttersten versoeckende desen onsen gherecommandeerden t aenveirden ende de Collatie van schoolmeester te Confereeren hij is ten vuijttersten aenghenaem aen onse ghemeente en bouen al aen ons Magistraet ghelijck den heer Pensionaris mij ghister hier ouer heeft Comen assureeren

test

daerbij is hij seer Capabel in lesen, schrijuen dicteeren goedt Comportement en alles dat toecomt aen een goeden Schoolmeester oock jnghebooren van Rousselaere de welcke VL[ieder] Seer Eerw[eerdigheij]t altijt voor vromde te prefereeren, somtijt ons versekert heeft betrouwende dit faveur op VL[ieder] ordineire goedtheit tot ons, wensche eens bequaem te moghen sijn Van onsen reciproken dienst te Connen bewijsen biddende ondertusschen toe te Laeten en te aggreeeren dat ick schrijuende magh blijuen

Eerweirdighst Heer

VL[ieder] Seer Eerweirdigheits Alderoodtmoedighsten Dienaer N. De La Salle

voeghen onder vl[ieder] welbehaeghen onse oodtmoedighe groetenisse aen Mijnheer den dispensier