BRU-AGSB-Z-n1546H

Algemene gegevens

Type: Juridisch advies van C. Vermersch betreffende het tiendenconflict te Beselare tussen de pastoor van Beselare, en de abdij van Zonnebeke en markies van Beselare, tiendenheffers

Beschrijving: Juridisch advies van C. Vermeersch te Ieper, op de vraag wie het recht heeft om de novale tienden te innen op een stuk grond te Beselare, de pastoor van Beselare (die deze reeds heeft laten innen), of de abdij van Zonnebeke en de markies van Beselare, als tiendeheffers op het stuk land in kwestie: het antwoord luidt dat, aangezien de abdij van Zonnebeke altijd de novale tienden geïnd heeft op de andere tiendenkantons te Beselare, zij ook voor het stuk land in kwestie dit recht bezit [+ advies hoe men concreet te werk moet gaan].

Tekst

Casus positie

in eenen Canton van de thiende van d abdije op de prochie van Becelaere alwaer den h[ee]r den Marquis ses schoof en d'abdije drije Schoof ophaelt, heeft eenen gebruijcker over jaer in Labeur ofte in culture gebracht eene partie gars ofte meersch den thiendepachter van d'abdije die desen houck of Canton dit jaer in pachte heeft, gaet om daer de thiende van Drije schoof op te haelen den h[ee]r pastor der selve prochie die voor Competentie of partie pastoreel oock thienden heeft (maer in andere Cantons sich bestreckende) doet interdictie aen den thiende pachter van d'abdije ende belet hem daer thiende op te haelen seggende dat de thiende van diegelijcke nieuwelijckx gecultiveerde Landen aen hem toekomt en dat niet alleenelijck voor de drije eerste jaeren maer voor altijt quia semel novalia semper novalia de vrage is neu wie trecht van daer de thiende op te haelen of aend'abdije en aen den heer Marquis of aen den heer pastor toeComt

gezien de Voorenstaende casus positie op alles gelet ende beantwoordende de vraege, Denonderschreven geconsulteerden estimeert Dat onaen- gezien de generaele maxime van rechte semel novaele semper

novale, nogtans het gebruijk ende possessie indewelke de abdije van Zonnebeke altijd heeft geweest van ter prochie van becelaere te heffen de thienden der Vruchten op de landen nieuwelijckx tot culture gebrogt, moet prevaleren ende doorslaen Sulcker vougen dat indien de geseijde abdije in gewoonte ende possessie is vande thienden der nieuwelijkx gecultiveerde landen op de andere Cantons der prochie van becelaere te hebben sij ook gerecht is de Selve te heffen op het canton ende partije lands wanof questie estimerende op de Voordere mondelinge vraege dat den pachter van het canton der thiende waer het questieuse stuk land gelegen is, sig dient te presenteren met publiquen persoon ende getuijgen om over d'abdije haer part van de thiende aldaer te heffen ende in Cas van Refuijs ofte interdictie Danof acte te doen hore der alder geadviseert tot ijper den 20. [septem]bre 1780

C. Vermersch