BRU-AGSB-Z-n1576A
Algemene gegevens
Opmerkingen analytische datum: Bijkomende dateringen: "den 17 april 1781" (17/04/1781); "Jn de maent meij 1781". // Het stuk is niet gedateerd; het jaartal van de twee bijkomende dateringen wordt gebruikt als jaartal.Type: Processtuk uit het proces tussen tiendenheffers te Beselare (abdij van Zonnebeke en markies van Zonnebeke) en de pastoor van Beselare, betreffende novale tienden op de Kruiseik-Hoek
Beschrijving: In het proces tussen de abt van Zonnebeke, de heer Pieter Jacobus Delfortrie, schepen van de Zaal en kasselrij van Ieper en ontvanger van Francois Maximilien Anthoine, markies 'de la Woestine' en Beselare (eisers), tegen meester Guillielmus Francois van Calberg, pastoor van Beselare (verweerder), voor de raadsheer Borluut d'Hoogstraete, die optreedt als commissaris in deze, claimen de advocaten Vermeersch en Libaert dat de verweerder geen been heeft om op te staan. De verweerder haalde de novale tiende op de Kruiseik-Hoek te Beselare op, terwijl de abdij en de markies, tiendenheffers in deze parochie, deze ook opeisen.
Tekst
[VOORLOPIG]retenue
Solutien omme den Eerweerdighsten heere prelaet der abdie van zonnebeke Ende Dheer pieter Jacobus Delfortrie schepen der zaele Ende Casselrie van Jpre als agent Ende ontfanger van m'her francois maximilien anthoine marquis de la woestine Ende van becelaere grooten van Spaignen van dEerste Classe, raet Jntime van Staet van den Keyser Ende Coninck heere van geluwe Etc[eter]a heersschers bij Commissie van Complainte trouble de fait van den 17 april 1781 Ende versouckers van de provisie van recredentie ter Eender sijde Jegens heer ende meestere guillielmus Francois van Calberg pastor der prochie van becelaere verweerere pertubateur ter andere voor mijn Edel heer den raetsheer Borluut d'hoogh straete als Commissaris gepresideert hebbende ter Expeditie van de rolle Jn de maent meij 1781
Bij aldien Jemant oijt verlooren aerbeijt gedaen heeft, het is wel den verweerere Jn desen raet de menighvuldige Citatien van rechte bij sijn advertissement Communicatif de welcke
welcke men bij Contradictien bethoont hebbende aen het voorandigh Jndicent opde provisie van recredentie geensins te passeeren Commen, hij verweerdere Daer op geene Contraditie en heeft weten bij te brengen
Ende daerom is het oock verlooren aerbeijt van bij den verweerere te willen Jnsisteren, Dat De heesschers Complaignanten souden hebben moeten Doen Consteren van op de Jndividueele partie lants van hunnen CruijsEeckhouck wanof Jn desen questie roert voor Daete van ...erweerers faittlick[?] weiringe van De thiende Der vruchten aldaer Eerstmael gewassen oijt thiende gelicht te hebben van vruchten, die aldaer noijt gewassen En sijn nochte en hebben Konnen wassen bij gebreck van Culture van de selve partie lants
Aengemerckt Dheesschers Complaignanten met de attestatien bij hun overgeleijt volcomment... geconstateert hebben Dat sij Jn oude Deughsaeme ende vredige possessie sijn van ter prochie van becelaere Jn hunne respective houcken ofte Cantons van thiende te lichten niet alleenelick De ordinaire
thienden nemaer oock de gonne der thiendebaere vruchten aldaer gewassen op de partien van lande nieuwelickx tot Culture gebracht, gemeenelick genaemt novaele thiende
Staende welcke het abusif Ende buijtten Spoorig is van bij den verweerere perturbateur te willen houden staen, dat aen de heesschers soude ontbreken het eerste Ende voornaemste requisit, omme bij Commissie van Complainte te Konnen agieren op pretext dat sij Jn geene possessie en souden konnen sijn van op de Jndentifique partie van lande, alwaer hij de thiende der Eerst gewassen vruchten faitelick geweirt heeft De novaele thiende te lichten
Want van den Eenen kant het genougt van bij dheesschers Complaignanten geconstateert te hebben de possessie van Jn hunne respective houcken ofte Cantons van thiende ter prochie van becelaere telckens als aldaer Eenige partien van lande nieuwelickx tot Culture gebracht sijn geweest, de thiende Der aldaer Eerst gewassen vruchten gelicht te hebben ter exclusie vanden pastor, opdat daer
Door gefondeert So het Eerste Ende voornaemste requisit tot hunne Commissie van complainte Ende van den anderen kant dat den Verweerere perturbateur hun Jn hunne voorseijde paisible possessie geconstateert wegens geheel het bestreck van hunne respective Cantons van thiende gestoort Ende getroubleert heeft bij middel van op de Jndividueele partie van lande Deel maeckende vanden CruijsEeckhouck, dhesschers Complaignanten gesaemdelick Competerende de thiende der Eerst gewassen vruchten faitetelick te weisen opdat daer door geconstateert sij het tweede requisit om bij Commissie van Complainte te agieren
Ende alsoo Daer uyt per se volgt ende resulteert dat hij verweerere perturbateur Door alle dies de heesschers Complaignanten schaede gedaen heeft het gonne het derde requisit is tot commissie van Complainte
Soo moet het besluijt sijgh van selfs maeken Dat de Drie requisiten van rechte omme bij Complainte te agieren, bij Dheesschers
Complaignanten Jn desen verEenight Ende Evengelijck geconstateert sijn
Waeromme sij vastelick derven betrauwen datter geene materie van hesitatie bevonden En wert van aen hun de versochte provisie van recredentie aen te wijsen
Ende t'is waer toe sij naer rejectie van geheel den Jnhout van sverweereres perturbatien geschrifte van Contraditie Jn desen niet besonderlick gerenconteert bij pure frivoliteijt Jrrelevantie en Jnapplicabi- liteijt, persisteert... als voorgaendelick altijts met heesch van Kosten van den Jncidente
Jmplorerende Etc[eter]a ende waeren onderteeckent C. Vermeersch ende J. C./b.[?] Liebaert ad[voca]ten