BRU-AGSB-Z-1232
Algemene gegevens
Analytische datum: 01-07-1575Opmerkingen analytische datum: Bijkomende dateringen: "vanden 29 meij 1756" (29/05/1756); "vanden 4.en maerte daer naer" (04/03/1756).
Type: Bezetting van een rente op de steenweg van Ieper naar Menen, ten laste van de kasselrij van Ieper, ten voordele van de abdij van Zonnebeke, om de aanleg van een nieuwe steenweg te bekostigen
Beschrijving: De baljuw, schepenen en leenmannen van de kasselrij van Ieper verklaren dat zij van Jo[ann]es Bap[tis]te de Vos, abt en heer van Zonnebeke, de som van 4800 gulden ontvingen, waarop zij jaarlijks een intrest van de penning 25 zullen betalen, en dit tot de aflossing van het kapitaal. Als borg voor deze rente stellen zij alle huidige en toekomstige inkomsten van de kasselrij, en in het bijzonder de inkomsten van de steenweg van Ieper op Menen. Het geld zal gebruikt worden voor de aanleg van een nieuwe steenweg tussen Ieper en Menen.
Opmerking: Kopie.
Tekst
[VOORLOPIG]Copie
Wij Baelliu, Schepenen, ende edel vassaelen der casselrije van Jpre kennen bij desen te rente ontfanghen te hebben vanden eerweirdighen heer Joes. Bap.te de Vos abt, ende heere der prochie van zonnebeke, de Somme van vier duijst acht hondert guldens Sterck wisselgelt, in Specien hedent cours hebbende volgens haere majesteijts placcaeten, te weten de fransche croonstucken tot Sesen- viftigh stuijvers wisselgelt yder, de Schellijngen tot Ses stuijv[ers] wisselgelt, ende aendere Specien naer proportie, voor welcke Somme wij beloven jaerlijckx intrest te betaelen in advenante vanden penninck vijfentwintigh gelijck wisselgelt, ingaende date deser, ende soo voorts tot den reëlen opsegh, Den welcken wij ons verobligeren benevens de verachterde croosen van diere te zullen doen in gelijcke specien, ende evaluatie als vooren vermelt, verbindende tot versekerthede van dese capetaele Somme, ende desselfs aenstaende verloopen alle het incommen present ende toecommende deser generaliteijt, mitsgaeders alle het incommen vande calchie van Jpre op meenen, zijnde dese oplightijnge gedaen op ons credit, uijt kraghte van octroij vanden 29 meij 1756 verleent door het gouvernement van Brussel, ende ingevolghe onse Resolutie vanden 4.en maerte daer naer, om te emploijëren inde betaelijnge van het maeken den nieuwen steenwegh van Jpre op meenen, in teeken der waerheijt, hebben wij dese doen teekenen door onsen eersten Raet pensionnaris, ende greffier van vierschaere, ende daer aen doen Stellen den zegel van zaeken deser zaele ende Casselrije den eersten Julij seventhien hondert Sevenenviftigh ende was onderteekent J.P. hynderick.
Copie van eenen rente gegeven op den Calsijeweg van Jper naer meenen aen de casselrije