BRU-AGSB-Z-1122
Algemene gegevens
Analytische datum: 19-02-1742Opmerkingen analytische datum: Bijkomende datering: "van den 29.en Iulij 1653" (29/07/1653); "1742" (datum gecollationeerd afschrift).
Type: Overdracht door Hubrecht de Kemele van al zijn bezittingen naar zijn 2 schoonzoons, ter delging van de schulden die hij bij hen had
Beschrijving: De burgemeester en schepenen van Moorslede en van de grote vierschaar te Passendale verklaren dat Hubrecht de Kemele filius Wouter, inwoner van Passendale, voor hen verscheen, en verklaarde dat hij al zijn bezittingen aan zijn twee schoonzoons gaf, ter delging van de schulden die hij tegenover hen had. Het gaat om Ioannes de Grijse filius Jacob, echtgenoot van Marie Ioannes de Kemele, inwoner van Oostnieuwkerke, aan wie Hubrecht 125 gulden schuldig is, en Joseph Casier filius Joos, echtgenoot van Marie Therese de Kemele, inwoner van Passendale, bij wie Hubrecht een schuld van 224 gulden heeft. Aan beide schoonzoons samen is Hubrecht dus 349 gulden schuldig. [+ gedetailleerde opsomming van de bezittingen van Hubrecht de Kemele].
Tekst
[VOORLOPIG]Compareerde voor Burghmeestere ende Schepenen der prochie ende heerlijchede van Moorslede ende van de groote vierschaere binnen de prochie van passchendaele In persoone hubrecht de kemele filius wouter woonende binnen t'selve passchendaele onder de voorseijde heerelijchede van de groote vierschaere, te kennen gevende hoe dat hij deughdelijck schuldigh is aen Ioannes de grijse filius JaCob t'huijwelijck hebbende marie Ioanne de Kemele sijnen schoon soone woonende op de prochie van oostnieuwkercke eerst de somme van vuijf ent'seventigh guldens, soo veele hij heeft belooft te betaelen ende geven In advanCemente van huijwelijcke met de voorseijde marie Joanne de Kemele sijn dochter mits g.ro? noch de Somme van vijftigh guldens over Leverijnghe van boonen, haver, hoy, stroij aen den Comparant bij den voornomden grijse gedaen dat hij van gelijcken oock schuldigh is aen Joseph Casier filius Joos t'huijwelijck hebbende marie therese de Kemele oock
S'Comparantens schoon sone woonende op de prochie van t'gemelde passchendaele de Somme van t'achtentigh guldens soo veele hij Comparant Insghelijcs heeft gelooft te betaelen ende geven in advanCemente van huijwelijcke met de voornomde marie therese de kemele sijne dochter ende boven dies oock noch de Somme van hondert vier en veertigh guldens over de Leverijnghe van twee veirssen, een swijn, aerbeijts Loon ende geadvanCeerden gelde, soo al t'Saemen aen beede sijne schoon soonen voornomt de Somme van drije hondert neghen en veertigh guldens ende alsoo den voornomden huberecht de Kemele Comparant sich alsnu vuijtten staete is vindende, van aen beede sijne schoon soonen voorseijt, de voorschreven somme te voldoen waer toe is beduchtende bij Justitie toe dies gepraemt te worden ten merckelijcken Jntreste van sijne familie ende niet min desiderende de selve, sijne schoon soonen van hun deughdelijck ende waerelijck goet vinden te versekeren ende stellen buijtten allen Jntrest, heeft verClaert soo
hij verClaert bij dese, Jn hun handen te verbinden alle sijne meubelen huijsCatheijlen beestiaelen lants hallaem, sol waeghen plough, ende Carre harnas, ende generalijck alle sijne voordere roerende ende onroerende meubilaire effecten, Consisterende wel naementlijck Jn een swart meijrie peert vier Coijen twee veirssen een swijn waeghen twee achter zolen, een voor zole, twee eeghden Carre, Rolle, Spaen, hauwen, drije tanden greep, vorcken, ontrent acht Sacken Rogghe eenen Sack tarwe, ende eenen Sack messeljoen thien Sacken haver vuijf hondert bondels hoij, twee Sacken boonen, ontrent de vuijt franquaert Erweten, ontrent de twintigh bondels vlasch Jn het waeter twee hondert bauwelijnghen tarwe stroij acht hondert bondels Rogghe stroij vuijf hondert messelioen bauwelijnghen hondert bondels boonen Stroij ende ontrent de vierhondert haver stroij voort ontrent de Elf hondert drooghe ende groene busschen hout, met ontrent de twalf hondert fijolen, binnen den huijse ende
hove een Kevine?, vleesch Cuijppe twee wasch Cuijppen twee melck Cuijpen twee schoutsel Cuijpen een carteel? ende h...el cuijppe schapprae Cofer twee tafels twee groote swarte ketels met twee witte slagh ketels twee jsere potten al t'aerde ende geleij werck s'Comparantes Slaepijnghe ende bedderije van sijne kinderen, met noch een hondert geleij Jn de Scheure, Seven stoelen trogh hangel ende brander met de vette binnen den hove ende op de Landen, Jmmers niet vuijtgesondert noch gereserveert alles t'gone aen den Comparant is competerende binnen den hove huijsinghe stallijnghe scheure bij vanck ende op de Landen bij den selven Comparant gebruijckt te bevinden soo oock de presije van Lants Rechten besaeijthede met den groenen hout wasch voor soo veele die aen hem huberecht de Kemele Insgelijcx is Competerende al welcke voorgemelde goederen den comparant ten wille ende vermaene van de voorseijde Ioannes de grijse ende Joseph Casier
sal overleveren sonder de selve Langher te willen behouden ofte gebruijcken bij hun danof de vercoopijnghe te doen t'hunder geliefte dit tot verhael ende ReCouvre ten deele ofte geheele van Jders respective voorschreven pretentien verclaerende den meer-geseijden hubrecht de Kemele comparant, desen transport ende verbintenisse onder Solemneelen Eedt Jn onse handen gepresteert te doen ter goeder trauwe sonder eenighe fraude dissimulatie als bij placccaete van den 29.en Iulij 1653 is vuijtgedruckt, ende Jn afquittijnghe van sijne voorseijde schulden ende belofde avanCementen van huijwelijcke desen al twelcke oock den voornomden Joannes de grijse ende Joseph Casier hier present ende mede Comparende [sic] soo hebben geaccepteert ende oock gedaen den eedt als bij het geciteerde plakaet gementioneert actum ter maeninghe van Ioseph Joye offiCier mits de absentie van den heer bailliu te deser werf geauthoriseert Kennisse van Sieurs Joannes
de simpel burghmeestere JaCobus Reuse ende pr. JaCobus struijve schepenen deser voornomde prochie ende heerelijchede van Moorslede ende van de groote vierschaere van t'selve Moorslede ende passchendaele t'hemlieder extraordinaire vergaederijnghe van den xix.en feb.rij 17.C twee en veertigh toorConden ende waeren onderteeckent t'marcq van huberecht de Kemele t'marcq van ioannes de grijse t'marcq van Joseph Casier Joseph Joye Joannes de Simpele JaCobus Reuse ende p. J. Struijve
geCollationneert accordeert quod attestor
J. verwee 1742 greff.
Transport van alle de effecten van hubrecht de Kemele geschiet ten faveure van zijne twee getrauwde doghters geschiet 19.en febr. 1742