Niet ingelogd - Inloggen
Bekijk geschiedenis

BRU-AGSB-Z-n1403

Algemene gegevens

Analytische datum: 21-09-1564

Type: Recepisse door de baljuw van het Hogenelstland te Geluwe van het denombrement voor het leen Ter Hollebeke te Menen, aangeboden door de hofmeester van de prinses van Espinoy [zie BRU-AGSB-Z-n1403*]

Beschrijving: Crispijn vanden Berghe, baljuw van jonker Rijcquaert vuten Houe filius meester Nicolaus, van zijn hof en heerlijkheid van Hoghenelstland te Geluwe, verklaart dat hij van Anthuenis du Bosquiel filius Hughe, hofmeester van de prinses van Espinoy en seneschalk van Henegouwen, het denombrement ontving voor het leen Ter Hollebeke te Menen [zie BRU-AGSB-Z-n1403*].

Opmerking: BRU-AGSB-Z-n1403 neemt de tekst over van BRU-AGSB-Z-n1403*; voor de eigennamen, instellingen en functies in dit laatste document, zie daar.

Tekst

test
[voorkant]

Jc Crispijn van[den] Berghe als Bailliu va[nde] edele en[de] eerweerde Joncheere Rijcquaert vuten houe f[iliu]s meester nicolaus van sijnen houe van mannen en[de] heerlichede ghenae[m]pt ten hooghenelstlande binne[n] der p[ro]chie van gheluwe Kenne ontfaen hebben[de] van edele en[de] eerweerde anthuenis du bosquiel f[iliu]s hughe hofmeester van mer vrauwe de princesse van espinoij seneschalle van henegouwe etc[etera] de grootte en[de] het ouer gheuen van eenen Leene also hier naer van Woorde te Woorde ghescreuen staet Dit es de Grootte en[de] ouergheuen van eenen Leene dat Jc anthuenis du bosquiel filius hughe hofmeestre van mer vrauwe de princesse van espinoij seneschalle van Henegouwe doe en[de] presentere an Crispijn van[den] berghe ontfanghere en[de] Baill[iu] van edele en[de] eerweerde Rijcquaert vuten houe f[iliu]s meester nicolaus van sijnen houe en[de] heerlichede ghenae[m]pt den hooghenelstlandt binnen der prochie van gheluwe Ende es dit mijn voorn[omde] Leen groot Jn erfuachtichede drie bund[er]s en half lants ofte daer ontrent Ligghe[nde] binnen der p[ro]chie van meenene alsoomen gaet van meenene voor[no]mt te weruicke waert Bijden Leene ter Holbeke Daer Jnne dat co[m]pt Jn heerlicke erfuel[icke] renten een schele neghen pene p[arijsis] tderde van vijf ras[ieren] euene Ende tderde van een francaert Rogghe curtricxsche mate siaers en[de] es trechte derde van[den] Leene te Hollebeke vermach te stellene eenen Baill[iu] de welcke schepenen ontleenen moet Jeghen den Baill[iu] ten hooghe[n]elstlan[de] vermach oock tol vondt Stragiers en[de] bastaerde goet de boete van drie ponden parijs[is] en[de] daer ondre vermach van wandelcoope vichtien pe[n]ninghen van[den] ponde parijs[is] en[de] dobbel rente ter doot van[de] erfuachtighe Laten en[de] alsmen dit mijn voors[eijde] Leen vercoopt ofte verthiert So eijst schuldich Coop thiende pe[n]ninck en[de] camerlijnck ghelt alsoot behoort Dit selue mijn Leen licht ter trauwe en[de] waerhede en[de] theenen vullen reliefue van Thien ponden p[arijsis] en[de] twintich schele parijs[is] van Camerlincghelde Ende Jnder manieren voorscreuen So gheue Jc Anthuenis voors[eij]t Dit ouere voor een rapport Jn Kennessen mijns seghels hier anne ghehanghen Den xxj.e[n] Jn septe[m]bre xv.C vierentsestich Ende Jc Baill[iu] voor[no]mt Houde mij co[n]tent en[de] te vreden Jn dit selue ouergheuen behoudens altijts mijns voors[eijts] heeren heerlichede Jn Kennessen mijns seghels hier anne dese Lettere van recepisse ghedaen ten Jaere maent en[de] daghe voorscreuen