BRU-AGSB-Z-1176
Algemene gegevens
Analytische datum: 19-01-1752Opmerkingen analytische datum: Bijkomende dateringen: "van den 26.en april 1751" (26/04/1751); "op den 17.en meij lestleden" (17/05/1751); "op den 20.en oust daer naer" (20/08/1751); "den 20en oust voorzeijt" (20/08/1751).
Type: Overeenkomst tussen de parochie Oostnieuwkerke en de abdij van Zonnebeke - als tiendenheffer daar - betreffende de aanstelling en bekostiging van een onderpastoor of kapelaan voor de vroegmis
Beschrijving: De inwoners van Oostnieuwkerke claimden recht te hebben op een permanente onderpastoor of kapelaan op hun parochie, omdat de parochie meer dan 2400 gemeten groot is, en meer dan 700 communicanten heeft, met een evenredig aantal niet-communicanten. Ook beweerden zij dat deze betaald moest worden door de geestelijke tiendenheffer, in casu de abdij van Zonnebeke. Dit verzoek richtten zij tot bisschop Joannes Baptista Ludovicus de Castillion van Brugge, erfachtig kanselier van Vlaanderen. De bisschop vroeg de pastoor van Rumbeke en deken voor het district van Roeselare om advies. Deze won inlichten te Oostnieuwkerke, maar de bisschop besliste om zijn oordeel op te schorten tot hij zelf ter plaatse geweest zou zijn, voor het toedienen van het Heilig Vormsel (op 20/08/1751). Hierop ried hij het bestuur van de parochie aan om met de tiendeheffer een overeenkomst te sluiten, op op diezelfde dag werd een overeenkomst gesloten, in het bijzijn van de bisschop, tussen het bestuur van Oostnieuwkerke en de dispensier van de abdij van Zonnebeke: voortaan zal de abt 15 pond groten Vlaamse munt per jaar betalen voor het doen celebreren van de vroegmis op zondagen, feestdagen, en verplichte misdagen. Dit akkoord zou gehomologeerd worden door de Raad van Vlaanderen.
Tekst
AlSoo hooftman pointers ghecoren nottabele ende ghelande der prochie van oostnieuwkercke sustineerden gherecht te sijn van te hebben op hunne prochie Eenen Domiciliairen onder pastor ofte Cappellaen tot vermeerderijnghe van den Godtsdienst ende administratie van de heijleghe Sacramenten als voordere pastorele fonctien tot meerder Eere ende Glorie Godts ende Zaligheijt der zielen dit ter Causen de ghemelde prochie groot js beth de vierentwijntigh hondert ghemeten alsmede dat den nomber van Communicanten excedeert de zeven hondert ende den nomber van non Communicanten naer proportie ende dat de selve allimentatie ofte portie Congru van den selven Cappellaen was een last van de gheestelijcke thiende heffers om alle welcke redenen ende voorder jncomberende de voorzeijde regie haer heeft gheaddresseert aen sijn hooghweirdigheijt Joannes Baptista Ludovicus de Castillion Bisschop van Brugghe ende Erfachtigh Cancellier van Vlaenderen [etceter]a [etceter]a ende t'gonne voorschreven bij requeste aen de selve sijnne hooghweirdigheijt als diocesiaenen met suplicatie verthoont mitsgaders daer bij versocht hij soude ghelieven te verclaeren datter op het selve oostnieuwkercke nootsakelijck was ghestelt te worden Eenen onder pastor domiciliant waer op bij appointemente van den 26.en april 1751 js ghezeijt sij dese met d'annexe Stuckx ghestelt jn handen van onsen heer Landt-Deken van t'district van Rousselare om daer over ons toe te senden sijn advijs met beslotene brieven Separaet van dese requeste onderteeckent ter ordonnantie van sijnne doorluchtighste hooghweirdigheijt F.F. De Witte Secretaris Jn
voldoenijnghe van welcke den heere pastor van Rumbeke ende Deken van het District van Rousselare voorzeijt Sigh heeft ghetransporteert op den 17.en meij lestleden op de prochie van oostnieuwkercke ende aldaer ghehouden jnformatie preperatoir Sijnne voorzeijde hooghweirdigheijt dannof Communicatie ghehadt hebbende heeft willen differeren de voornomde declaratie te gheven tot den tijde en[de] alswanneer hij selfs jn persoone volghens sijnne ordinaire diligentie soude ghecommen hebben op t'meer ghezeijde oostnieuwkercke tot uijtdeelen t'heijligh Sacrament van het vorromsel waer van de prochie d'Eere heeft gehadt op den 20.en oust daer naer ten welcken daeghe de regie andermael sijnne hooghweirdigheijt jn persoone heeft versocht de voornomde declaratie nootsakelijckheijt den welcken volghens sijnne vaederlijcke ende overhairdelijcke sorghe hun heeft voorghegeven middelen te jugereren van met de gheestelijcke thiende heffers nopende Competentie ofte portie Congrue jnt vriendelijcke te convenieren sonder dat hij nochtans diesaengaende heeft believen te declareren ten welcken daeghe tot t'selve oostnieuwkercke oock sigh heeft laeten vinden den heer dispensier der abdije van zonnebeke alwaer tusschen den selven heere over sijnne abdije thiende heffers deser prochie ende de regie ter presentie van sijnne Doorluchtighste hooghweirdigheijt ende ander Eerweerde heeren js ghemaeckt ende ghesloten het accoordt jn der manieren naervolghende te weten dat den Eerweerden
heere abt van Zonnebeke de prochie van oost- nieuwkercke ontlast ende jnt toecommende sal betaelen de somme van vijfthien ponden grooten vlams s'Jaers over het doen ende Celebreren van de vroughmisse op alle de zondaeghen feestdaeghen ende gheboden misse daeghen van het Jaer jn de kercke van t'selve oostnieuwkercke tot gherief ende commoditeijt van de ghemeenten der selver prochie ende waer mede hooftman ende pointers hun sijn houdende voor Content dese obligatie te beginnen met den 20.e[n] oust voorzeijt dagh van het maken dese Conventie ende alsoo Continueren ten Eeuweghen daeghe Ende om dat desen accoorde voor altijdt jn alle sijnne pointen ende omstandigheden onwederoupelijck soude onderhouden wesen sijn partien gheconveniert t'selve te Laeten approberen decreteren ende omologueren jn haere maj[esteij]ts raede van vlaenderen ende al-omme Elders daer het noodigh wesen magh ten ghemeenen Coste aldus ghedaen op het verbandt ende onder obligatie als naer rechte ende met renunchiatie als naer Stijlle gheteeckent met het Cachet van waepens van den Eerw[eerdigh]sten heere abt desen 19.en jan[ua]rij 1752 Toir[conde]n
jo[ann]es bapt[ista] de vos abt ende heere van Zonnebeke
p[iete]r Jacobus willaert hooftman
t'marcq van + Joseph De Volder
P.A. cappelle
transactie met oost nieuwkercke nopende de vroeghmisse
n.° 11 inde onderste schuijve