Niet ingelogd - Inloggen
Bekijk geschiedenis

BRU-AGSB-Z-1276

Algemene gegevens

Analytische datum: 16-12-1760

Opmerkingen analytische datum: Bijkomende datering: "1760".

Type: Brief van P.A. Castelain aan de abt van Zonnebeke, betreffende de brand van de pastorij van Linsele en de eventuele heropbouw ervan

Beschrijving: Brief van P.A. Castelain aan abt De Vos van Zonnebeke: samen met de deken van Wervik bezocht hij het afgebrande huis van de pastoor van Linsele. De brand ontstond zaterdagnacht, rond 12 uur. De pastoor geraakte licht gewond, en heeft zijn intrek genomen in het huis van de tante van de heer Van Elslande. Dan volgt een beschrijving van de schade, met suggesties betreffende wat nog dienst kan doen, en wat vervangen moet worden. Voorlopig kan, vanwege het seizoen, niet begonnen worden met de herbouw.

Tekst

[VOORLOPIG]

test

Seer eerweirdighen heer

hebbe d'eere ul[ieden] te jnformeeren dat wij met mijn heere den deken van wervick gisteren het ongeluck gaen besien hebben van het verbrant huijs van den heer pastor van Linselle welcken brant gheschiet is saterdagh nacht ontrent den twalfheuren den heer pastor is verbrant jn verscheijde plaetsen jn het aensicht maer niet grootelijckx, sijn rechterhant is meer verbrant, hij is gaen woonen jn het huijs van de matante van mijn heer van elsLande het huijs is alleene verbrant, de scheure ende het onderlat? sijn gesauveert geweest; den heer pastor heeft al het coper werck eenigh silver werck veele Linwaet ende aendere meubelen verlooren door den brant; hebbe gisteren doen vergaenderen het out isserwerck ende sal het oudt gebrant ende ongebrant oock doen vergaederen; de meuren ende gevels sijn gebleven daer is een vierstede jn het midden van het huijs die men soude

test

geraeden hebben de briecken aftelesen mij dunckt dat dit caskoen soude noch connen dienen sonder te breken met het selve te ondersteunen, de plancken jn de sallette sijn goet het waere geraetsaem de selve te doen uijtlegghen hebbe van daeghe door den raet van mijn heere den deken de glaese vensters verbrant ende aendere doen afsteken de reste van de materialen sal jck doen arrangeeren jndien het uwe eerweirdigheijt alsoo belieft want jn dit saisoen aenders niet en is te doen tot alderstonts, waer over bidde ul. orders te verleenen bidde oock jndien jemant van d'heeren beliefde naer Linselle te commen van ons d'eere te geven van hun aengenaeme visite ende onse borgerlijcke portie te willen accepteeren. Mijn heere den deken is uwe eerweirdigheijt van herten groetende ghelijck wij met mijn huijsvrauwe sijn doende ende aen alle d'heeren waer mede hebbe d'eere te wesen voor altijdt met het uijtterste respect ende veneraetie

Seer eerweirdighen heer

Vl[ieder] oodtmoedighen ende seer bereijden dienaer p. A. Castelain 1760

Wervick den 16 [decem]bre 1760

test

Aen den eerweirdighsten heer Seer eerweirdeghen heer Mijn heere de Vos abt heere van Sonnebeke etc.a jn de abdije van ende tot Sonnebeke