BRU-AGSB-Z-1187*
Algemene gegevens
Analytische datum: 09-01-1753Type: Denombrement door de abt van Zonnebeke aan de baljuw van het leenhof van de Zaal van Ieper, voor het leen van Klerkshove
Beschrijving: Joannes Baptista de Vos, abt en heer van Zonnebeke, bied aan markies de Cerf, heer van Vlamertinge, markgraaf van Wintershove en baljuw van het leenhof van de Zaal van Ieper, het denombrement aan voor het leen van Klerkshove. Het leen is gelegen te Langemark bij Poelkapelle, en is 15 gemeten 1 lijn groot [+ verplichtingen en rechten van het leen].
Tekst
Gedeelte vanDit is het raport groote ende denombrement dat wij joannes Baptista de Vos abt ende heere van zonnebeke doen ende overgheven aen mijn heere den marquis de Cerf heere van vlamertinge marckgraeve van wintershove [etceter]a Bailliu ende wettelijcken maenheere van den princelijcken hove van sijne Maj[esteij]ts zaele van jperen van een leen ghenaemt Clercxhove wanof het fonchier groot is vijfthien ghemeten eene lijne onder hofstede graghten sijnghels meerschen ende winnende landt gheleghen in Langhemarck bij de Cappelle te poele releverende van sijne Majesteijts zaele van jperen paelende van oosten ende noorden de bäke ende van zuijden mijn heere Cendro vermoghende dit Leen ende heerlijckhede te stellen eenen bailliu te heffen tol bastaers ende
Gedeelte van
straegiers goet en de boete als van oude tijden behoorende van oudts ten voorn[omden] leene toe vijf rasieren evene t'jaers jpersche maete beset op een rëke thiende ghenaemt de heedene thiende in Langhemarck jtem noch vijf schele par[isi]s op eene andere thiende van welck leen sijn gehouden veerthien manschëpen ofte achterleenen; staende mijn voorn[omde] Leen ten dienste van trauwe ende waerhëde ende t'elcker veranderijnghe ten relieve van thien ponden par[isi]s en Camerlijnckghelt en als het ver- andert bij Coope ofte belastijnghe den thienden penninck met het voorn[omd]e relief; aldus dese letteren van raporte overgheven onder protestatie dat in cas daer aen jet min ofte meer toebehoorde als hier vooren gheseijt van 't selve te sullen verbeteren naer behooren: in teecken der waerheijt hebben dese onderteeckent ende ghezeghelt met ons Cachet ordinaire desen neghensten januarij duijst seven hondert drijenvijftigh ende is onderteeckent jo[ann]es bapt[ista] de Vos abt ende heere van zonnebeke en[de] ghezeghelt