Niet ingelogd - Inloggen
Bekijk geschiedenis

BRU-AGSB-Z-1102

Algemene gegevens

Analytische datum: 08-06-1737

Type: Denombrement van jonker Pieter Nicolais de Thibault voor het leen te Langemark -de Jordaanshoek- dat hij houdt van het hof van Klerkshove

Beschrijving: Jonker Pieter Nicolais de Thibault filius P[iete]r Pieter geeft de heer Hubrecht Verenne, baljuw en wettelijk maanheer van de leenmannen van de heerlijkheid en het leenhof van Klerkshove te Langemark, in de kasselrij van Ieper, het denombrement voor het leen dat hij van dat leenhof houdt. Het leen bestaat uit een tiende te Langemark, de Jordaanshoek genoemd. 1 derde behoort toe aan de genoemde jonker de Thibault, en de twee andere derden aan de abdij van Voormezele en de erfgenamen van Jacques Ovijn [+ situering van het leen][+ verplichtingen van het leen]. De Thibault erfde het leen als oudste mannelijke erfgenaam van vrouwe Marie Florence Trouzon, douarière van jonker Joseph de Dieusaert, zijn tante langs moederszijde.

Tekst

[VOORLOPIG]

test

Dit is t'rapport ende denombrement van Leene dat jck joncker pieter nicolais de thibault filius pr. pieter doen ende overgheven aen d'heer hubrecht verenne als bailliu ende wettelijck maenheere van mannen van leene der heerelijchede ende leenhoue van clercxhoue in Langhemarck casselrije van jpre ende dit van een mijn leen ghehouden van den selven houe consisterende in eene thiende sijnde Leen gheleghen ende haer gaerende in de selue prochie van Langhemarck gheseijt den jordaenshouck sijnde het juste derde wan af de twee andere derden sijn respectivelijck competerende aen d'abdije van voormezeele ende aen d'heritiers van jacques ovijn abboutterende in het gheheele van zuijden de beeke leedende naer den steenacker meulen van oosten ... staende ter trauwe ende waerhede sijnde dit mijn Leen schuldigh aen den heere van clercxhoue t'ider veranderijnghe ten volle Relieue van thien ponden parisis ende camerlijnck ghelt ende als het verandert bij coope den thienden penninck van dat ghelt met ghelijck relief ende camerlijnck ghelt ende ten surpluse volghens s'heerens Leenregistre ende de rappoorten dan af sijnde t'selve leen mij toeghecommen ende ghesuccedeert als ousten mannelijcken hoir ten sterfhuijse van vrauw marie florence trouzon douarière van joncker Joseph de dieusaert mijnen moije materneel verte

test

overghevende dit mijn rapport onder protestatie van min ofte meer in cas hiernaer andersins bevonden waere bij vijtspraecke van mannen van Leene van den selven houe ende heerelijckede van clercxhoue in teecken der waerheijt hebbe dese gheteeckent ende ghecachetteert met sijn cachet ordinaire overgegeven in ghemaeckten houe desen viij.en Iunij xvij.C Seven en dertigh

de thibaulte

s/ft. recipis