Niet ingelogd - Inloggen
Bekijk geschiedenis

BRU-AGSB-Z-1075*

Algemene gegevens

Analytische datum: 01-08-1732

Opmerkingen analytische datum: Bijkomende datering: "Den 19.en Junij 1732" (19/06/1732); "Den 28.en Dito" (28/06/1732).

Type: Overeenkomst, voor de schepenen van Zonnebeke, tussen de weduwnaar Jan Franchoijs Durnez, en schuldeisers, betreffende het sterfhuis van Pietronelle Therese Bouten

Beschrijving: De schepenen van de heerlijkheid van Zonnebeke laten weten dat Jan Franchoijs Durnez filius Marijn voor hen verscheen, als weduwnaar van Pietronelle Therese Bouten, die tevoren gehuwd was met wijlen Jan Baptiste Le Febure en die poorteres van Ieper was, wonende te Zonnebeke. Durnez verklaarde dat hij een inventaris van het sterfhuis, opgemaakt door G. Bouten op 19/06/1732, overgedragen had aan de wezerij te Ieper op 28/06/1732, waarop de voogden van de wezen in de zaak verklaard hadden, dat zij geen aanspraak maakten op de nagelaten bezittingen. De genoemde Durnez zou dus de schuldeisers op het sterfhuis moeten vergoeden, met name meester Acquilinus Crommelijnck (ontvanger en dispensier van de abdij van Zonnebeke), Frans[ois] vander Meersch, Macharius Holvoet en Jan De Meij ('pointers' en bestuurders van de parochie van Zonnebeke, die optraden in naam van de ontvanger, Jan Du Petijt), meester Gregorius Pijpe (pastoor van Zonnebeke, die optrad in naam van het altaar van OLV in de kerk van Zonnebeke), Jan Frans[ois] Bouten (voogd van de wezen van Jan Baptiste Le Febure), Benidictus Villers (echtgenoot van de weduwe van heer Niclaijs vander Haeghe) en Joannes Behaghel. Nadat de aanspraken van deze schuldeisers nauwkeurig onderzocht werden, en vastgesteld werd dat met de opbrengsten van het sterfhuis nauwelijks alle schulden voldaan zouden kunnen worden, kwamen de genoemde Durnez en de schuldeisers tot een overeenkomst, waarbij Durnez deel van de goederen krijgt toegewezen, en de schuldeisers de rest [omstandig beschreven in de tekst].

Tekst

test
[voorkant]

Wij Caerel ghijselen ende Pieter franchoijs meersseman schepenen der heerelicheden van zonnebeke Doen te weten dat hedent Daete onderschreuen voor ons ghecommen ende ghecompareert Js Jn persoone Jan Fran[choij]s Durnez f[ilius] Marijn als Blijfuer ende maedelaere ten sterfhuijse van pietronelle therese Bouten te voorent weduwe van Jan Baptiste Le febure sijne ouerleden huijsvrauwe poortresse Der Stede van Jpre binnen de voorseijde prochie van Zonnebeke te Kennen gevende van ten selven sterfhuijse thebben ghedaen maecken Staet van goede ghesloten Door den ghe-eeden poorterlicken Deelsman geerardus Bouten Den 19.e[n] Junij 1732 ouerghedreghen ter Weeserie t'Jpre Den 28.e[n] Dito alswanneer Dapparente hoirs ende de voochden vande minderjarighe Weesen bij de prohemie vanden selven staet vermelt hebben gherenonchiert ende alles ghelaeten Jn schade ende Baete ten proffijtte vanden voorseijden Durnez als Blijffer omme met alle De

test
[voorkant]

Goederen soo Jmmeubel als meubel ende De Creanciers bij den selven Staet vermelt Soo Jn baete als Jn schaede tagieren Door hem durnez naer sijn goetduncken ende alhier Jnghevolghe van dies mede Comparerende De principale Creanciers ten selven sterfhuijse te weten heer ende m[eeste]re acquilinus Crommelijnck ontfangher ende Dispensier vande abdie van Zonnebeke fran[choij]s vander meersch macharius holvoet ende Jan De meij pointers ende regierders der prochie van Zonnebeke agierende ouer hunnen ontfanger Jan Du petijt heer ende meester gregorius pijpe als pastor ende agierende ouer den autaer van onse L[ieve] vrauwe aldaer Jan fran[choij]s Bouten als voocht vande weese Jan baptiste Le febure S[ieu]r Benidictus villers thuijwelijck met de Weduwe S[ieu]r niclaijs vander haeghe ende Joannes behaghel naer bij de selve Creanciers rijpelick ondersocht thebben De goederen ende Lasten bij den Selven staet vermelt ende bemerckende De groote schaersheijt ofte Courtresse tot het betaelen alle de schulden soo gheprefereerde als ongeprefereerde bij den selven staet vermelt soo hebben Dito Jan franchoijs Durnez als Blijfuer ter eendere ende De voorseijde sijne

Creanciers ter andere gheconveniert Jnder manieren naerschreuen te weten dat hij durnez sal behouden de 14: 1: 23 1/2 roe[de]n dhelft vande hofstede met alle de drooghe ende groene Catheijlen daerop staende par staete onder derfgronden ar[ticu]lo j.° Jtem de 1: 1: 74 roe[de]n busch ar[ticu]lo 3 met de catheijlen aldaer ende ontrent twee Lijnen busch met de Catheijlen wesende de meeste partie begrepen Jnt ar[ticu]lo 4 alle welcke voorseijde erfgronden ende Catheijlen aen hem durnez sijn ghelaeten met Last vande twaelf hondert ponden par[isis] Capitael gheaffecteert opde voorseijde 14: 1: 23 1/2 roe[de]n Jn proffijtte van Jacobus Carpentier beneffens de 184: 4: 0 d par[isis] van verloopen Croijsen der selve rente par staete ar[ticu]lo 6 voorts moet hij Durnez daermede noch Contenteren ende betaelen alle de pretentien der abdie van tvoors[eijd]e Sonnebeke bekent Jnde Lasten Jn twee ar[tic]len te weten ar[ticu]lis een ende derthiene bedragende tsamen 2977: 17: 3 1/2 d par[isis] twelcke den voorseijden heere ontfangher Crommelijnck alhier heeft gheagreert ende ten passeren deser ghedeclareert hem te Contenteren met dito Durnez ende de selve sijne behouden

test
[voorkant]

erfgronden ende Catheijlen voorseijt waervooren den voorseijden heere Crommelijnck noch belooft mits desen te tellen Jn proffijtte van alle de resterende Creanciers ten voorseijden sterfh[uijs]e de somme van vijf hondert ponden par[isis] Jpers Courant gelt eens thunnen wille ende vermaene voorts Declareert den voorschreuen Jan fran[choij]s Durnez als blijfuer te Cederen (Soo hij doet mits desen) aen alle sijn ander Creanciers de 75 roe[de]n erfue ende Catheijlen par staete ar[ticu]lo 2 met de pachten tot baefmisse Eerstcommende voorts de ontrent vijfentseventich roeden erfue met de Catheijlen wesende het minste partijeken deel van ar[ticu]lo 4 par staete mitsgaders de gheheele rubrijcke vande prijsien meubilaire venditien ende actiue baeten bij den voorseijden staet vermelt bestaende Jn veerthien ar[tic]len oock begrepen de pachten Jan fran[choij]s Bouten tot Baefmisse eerstcommende bekent ar[ticu]lo 8 vande prijsien meubilaire Jnt welcke den voorschreuen heer Crommelijnck oock heeft gheconsenteert ende ghedeclareert aende selve ghecedeerde goederen niet te pretenderen alle twelcke alle de

Voorschreuen resterende Creanciers Comparante alsoo hebben gheaccepteert ten voorderen Js tusschen alle de Comparanten Creanciers noch besproken dat Jndien noch voorder Lasten Jnt toecommende op quaemen als de gonne par Staete ghementionneert dat alle de ongheprefereerde Creanciers die alsnu moeten Concureren daerin sullen draeghen elck naer proportie belouende de respectiue Comparanten alle tgonne voorschr[euen] te houden ende onderhouden op tverbant als naer rechte actum tot tvoorseijde Zonnebeke desen eersten ougst xvij.C tweeendertich Jn teecken der waerheijt Js dese verleent onder het handteecken van geerardus bouten onsen ghesworen greffier daete als vooren mij toorconden

G. Bouten