Niet ingelogd - Inloggen
Bekijk geschiedenis

BRU-AGSB-Z-1057

Algemene gegevens

Analytische datum: 14-01-1730

Type: Denombrement door Jnghel de Grijze aangeboden aan de baljuw van Klerkshove, voor 2 lenen (1 te Passendale) gehouden van het leenhof van Klerkshove

Beschrijving: Jnghel de Grijze filius Jan, inwoner van Rozebeke, biedt Hubrecht Verenne, baljuw van het leenhof van Klerkshove, het denombrement aan voor 2 lenen die hij houdt van dat leenhof. Het eerste leen bevindt zich in de parochie van Passendale [+ situering van het leen]; er wordt niet expliciet vermeld in welke parochie het tweede leen ligt [+ situering van het leen][+ plichten behorend bij die lenen]. Hij verkreeg die lenen van zijn vader, Jan de Grijze, die ze op zijn beurt verkregen had van Jaecques de Grijse, zijn broer.

Tekst

test
[voorkant]

Dit is t'raport en[de] denombrement die doet ende ouergheeft jnghel de grijze f[iliu]s Jan woonachtigh tot roosebeke aen hubrecht verenne bailliu van[den] Leenhoue van clercxhoue bij poelcappelle Ende dat van twee diuersche leenen die ick sijn houdende vanden sel[uen] leenhoue het eerste leen sijnde groot vijf ghemeten en half ligghende binne[n] de prochie van passchendale noortwest vande kercke wesende de westhelft van elf ghemeten voor desen maer een leen danof de[n] oosthelft competeert pieter de burghgraue f[iliu]s p[iete]r genaemt het achtergaelke[n] strecken[de] oost en[de] west aboutteren[de] west de wed[uwe] en[de] Kijndere[n] carel de burchgraue nu joos calmein noort de[n] selue[n] oost de wederhelft en[de] suijt tLeen S[ieu]r jooris nieulaet het tweede leen is groot vier ghemete[n] en half ligghende wat noort van daer sijnde dhelft van neghen ghemete[n] onder s[aeij?]lant en[de] busch danof dander helft competeert mijn heere de carpentier tot jpre

test
[voorkant]

bestaende dese helft eerst inde westhelft van eenen busch strecke[nde] zuijt en[de] noort abouttere[nde] oost en[de] een deel west tleen van[den] sel[uen] heere carpentier groot 1: 0: 37 roe[den] jtem een stuck s[aeij?]lant strecke[nde] oost en[de] west aboutteren[de] zuijt tbusch van[de] kijndere[n] carel de burchgraue groot 1: 0: 13 roe[den] west daeran een stick s[aeij?]lant strecken[de] oost en[de] west groot 0: 2: 96 roe[den] noch zuijt daera[n] een busselken groot 0: 1: 58 roe[den] en[de] noch een stick s[aeij?]lant str[eckende] zuijt en[de] noort paele[nde] oost de[n] voorn[omden] carpentier en[de] noort t straetgen van[den] goutbergh naer tvelt groot met de walle[n] 0: 2: 18 roe[den] staende dese voors[eijd]e twee leene[n] ten dienste van trauwe en[de] waerhede jeder ten relieue van vijf ponde[n] par[isi]s met Camerlijnckghelt telcker veranderijn[ghe] en[de] ter? veranderijn[ghe] bij coope soo gheue[n] sij den thienden p[ennin]c van datse ghelde[n] ghelijck relief en[de] camerlijnckghelt en[de] voorts alle houel[ijcke] rechten ghelijck ander

Leene[n] van desen houe gehouden mij toecommende bij successie van Jan de grijze mijne[n] vader die de sel[ue] vercreghe[n] hadde bij successie van jaecques de grijse sijne[n] broeder doende dit mijn raport voor goet onder belofte en[de] presenta[ti]e van de corrigere[n] volghens den leen registre alles onder mijn gewoonel[ijcke] handteecken desen 14.e[n] Ja[nua]rij 1730

too[rconden]

Jnghel de grijssse [sic]