Niet ingelogd - Inloggen
Bekijk geschiedenis

BRU-AGSB-Z-985

Algemene gegevens

Analytische datum: 01-10-1751

Opmerkingen analytische datum: Bijkomende dateringen: "den Eersten octobre Seventhien hondert twee:envijftigh" (01/10/1752); "den Eersten octobre 1751" (01/10/1751).

Type: Stichting van een rente door de abdij van Zonnebeke, ten laste van Jan Francois Bouten filius Jan, bezet op grond te Zonnebeke

Beschrijving: Jan Francois Bouten filius Jan, inwoner van Zonnebeke, verklaart dat hij van meester Jaeques Steijt, ontvanger en dispensier van de abdij van Zonnebeke, de som van 27 ponden groten Vlaamse munt Brabants courant ontving; hij belooft een jaarlijkse intrest van 1 pond 7 schellingen groten Brabants courant te betalen (eerste betaling 01/10/1752), en dit tot de terugbetaling van het kapitaal. Hiertoe verbindt Bouten zijn persoon en al zijn bezittingen, in het bijzonder de helft van 'Het Koutertje', een stuk grond te Zonnebeke [+ situering van de grond] van 1 gemet 1 lijn 37 roeden. De andere helft behoort toe aan Joannes B. Bouten, Albertus Josephus Bouten en Marij Therese Bouten, de drie kinderen die hij had bij Jaequemijnken; ook zij geven hun deel van de grond als onderpand. De abdij mag ook gebruik maken van de grond [+ voorwaarden].

Tekst

test
[voorkant]

Hedent Desen Eersten octobre Seventhien hondert Eenenvijftigh Soo Bekent Jan francois Bouten fi[liu]s Jan woonende opde prochie van zonnebeke ontfanghen thebben van heer ende meester Jaecques Steijt ontfangher ende dispensier der abdie van Zonnebeke de Somme van Sevenentwintigh ponden grooten Vlaems brabants Courant ghelt Jn Croonstucken van achte Jnt marcq gherekent a drie guldens vijf stuijvers Jder ende alsoo bij hem bouten tsijnen Contentemente opghestreken passerende over dies mits desen volle ende absolute quijtantie Sonder namaels van ander te moeten doceren belovende daervooren Jntrest te betaelen Jn advenante vanden pennijnck twintigh uijtbrengende Jaerlicx Een pondt Seven Schellijnghen grooten brabants Courant Cours ende Jnganck nemende dacte deser sulcx dat het Eerste Jaer Croijs verschijnen sal den Eersten octobre Seventhien hondert twee:envijftigh ende soo voorts tot het Rembours ofte oplegh van dit Capitael die den debiteur sal vermoghen te doen teender Somme Jn ghelijcke spetien van ghelijck ghewichte ende tot ghelijcken Cours soo bij hem hiervooren ontfaen Jn welcke Spetien ende Cours hij debiteur hem verobligiert te Sullen betaelen de Jaerlicxsche Jntresten derogerende partien wedersijdelick aen alle arresten

test
[voorkant]

dieder opde Evaluaetie ofte Cours der gheseijde spetien Jnt toecommende souden Commen te emaneren tot versekertheijt soo van dit Capitael als aenstaende verloopen verclaert hij te sullen verbijnden sijn persoons ende goet present ende toecommende ofte soffissant beseth te verleenen ten Contentemente vanden Crederentier ende Specialick dhelft van Een partie Lants ghenaemt het Couterken gheleghen Jnde prochie van Zonnebeke zuijt vande kercke groot Jnt gheheele volghens Sheerens Rentebouck Een ghemet Een Lijne Sevenendertigh roeden streckende oost ende west paelende oost de straete Loopende van Sonnebeke naer becelaere suijt het Landt van deze abdie west ende noort de Landen van de Kijnderen Jan van heule presentelick ghebruijckt door den vermelden Bouten dies de ander helft is Competerende aen sijne drie kijnderen ghewonnen bij Jaecquemijnken [niet ingevuld] welcke drie Kijnderen ten desen oock present met naemen Joannes albertus ende therese Bouten al bij oude Competent thun selfs die ghesaemdelick hebben gheconsenteert soo sij doen bij desen dat hun deurgaende helft Jnde voorseijde partie Lants ghenaemt het Couterken oock sal verbonden wesen tot versekertheijt van het voornomde Capitael ende verloopen Consenterende dito Jan fran[ciscu]s bouten ende sijne ghenomde drie kijnderen dat de vermelde abdie van Zonnebeke

als Crederentiers Sullen vermoghen ghebruijcken ende Jouisseren de meerghenomde partie Lants het Couterken te beginnen met den Eersten octobre 1751 sonder Eenighe prijsie van taillie ofte naervette Jnt Lant te moeten betaelen bij middel van welck ghebruijck Jaerlicx sullen ghecenseert worden de verloopen deser Rente aldus ghedaen tot Sonnebeke daete alsvooren ter acceptaetie vanden voorghenomden heer Steijt ons toorconden

J. Bouten

J.B. Bouten

Albertus Josephus Bouten

Marij Therese Bouten

test
[achterkant]

acquisitie van een gemet eene Line ende 37 Roe[de]n Lants geseijt het Kouterken jeghens Jan boutten ende zijne kinderen geamortizeert van[de] Zijne Konincklijcke en[de] Keijserlijcke majesteijt geinsereert inde amortiza[ti]e van[de] Landen eertijts Jan durnez en[de] carpentier en Lenglaert wanof d'abdije in erfven is gegaen uijt craghte van[de] voors[eijd]e amortisa[ti]e den 21.e [novem]bre 1755