BRU-AGSB-Z-402
Algemene gegevens
Analytische datum: 27-04-1644Opmerkingen analytische datum: Bijkomende datering: "1644".
Type: Overdracht van grond te Zonnebeke door de abdij van Zonnebeke aan Charel vander Mersch in uitvoering van een compositie
Beschrijving: Baltazaert Quinten en Bertholomeus de Boutte waren scheidsrechters in een geschil tussen de abdij van Zonnebeke en Charel vander Mersch filius Fransois betreffende grond in de parochie van Zonnebeke. In navolging van hun uitspraak maakte Mahieu de Fraeije, gezworen landmeter van de Zaal en Kasselrij van Ieper, een overzicht op van de gronden die in het bezit komen van Charel vander Mersch [+ situering van de grond].
Tekst
[VOORLOPIG]Vpden xxvij.en April 1644 es by my onderschreuen gheswooren landtmeter der zale ende Casselrye van Jpere ghemeten ende wutgheleyt ten versoucke van myn Eerweerde heere den Abt heere van zonnebeke ter eender ende Charel Vander mersch filius frans[afgekort] met Consoorten ter ander de naervolghende partijen van lande omme den zeluen vander mersch met consoorten te vergrooten vanden nombre van vier ghemeten twee lynen lviij roeden lants volghende de landtmate van wylent Pieter de raet, Commende wutten hoofde van wylent maryn de smet ende confoorme de resolutie diesangaende ghesloten door Baltazaert Quinten ende Bertholomeus de boutte arbiters bij de voorseyde respectyue versouckers ghecooren Jn zecker different die zy voor desen waren hebbende gheleghen Jnde Prochie van Zonnebeke zuudt vande kercke Consisterende Jnder manieren hier naer verclaerst
Aluooren de noortzyde van een partye gherslandt ghenaempt buenens mersch den welcken tot alsnu toebehoort heeft de voorseyde Abdie met den smal steertgin
gherssynghe ten zuudt west houcke zuidtwaert tot eenen grooten waterpit, welcke partie gheaccordeert es van nu voorts te Competeren ande zelue vander mersch met Consoorten Jn verlaghynghe voor de zuidtzyde wesende een happen stick ghenaempt t'couterken dat ghelaten es tot profitte vande Clooster aboutterende de zelue gherssynghe van oosten tnaervolghende ende voorseyde verlaeghde landt nu toebehoorende den Clooster van zuiden de reste van dese ghersynghe aldaer scheedende volghende de paelpitten hedent gemaeckt, van westen een straetgen loopende van Zonnebeke naer het ande poel veldt ende van noorden al drayende tvoorseyde straetkin ende een weinich tlandt vande voorseyde Clooster groot met de gheheele haghe van oosten oock tot de paelpitten daer ghemaeckt
Vier lynen lj roeden
Oost daer an een langhe strepe lants wesende de noortzijde van tvoorseyde Couterken met een stick zailandt van noorden daer an aboutterende tsamen, noch van westen tvoornomde Clooster landt gheheel dikschen aldaer hier afghelaten van noorden Jeghens twestende van dit coutterken
oock tselue landt van Clooster de haghe hier afgaende scheedende vpde pael pitten hedens aldaer ghemaeckt, noch noort jeghens het stick s[...?]landt Jnsghelycks tlandt vande Clooster van oosten de strate loopende van zonnebeke naer beselare ende de zuidtzyde scheedende jeghens het verlaeghde landt duer het voorseyde Coutterken volghende de pael pitten aldaer synde groot hier noch voor den voormelden vander meersch met Consoorten
drie ghemeten j lynen vij roeden
[...?] wtbrynghende tsamen de voorgaende
iiij ghemeten ij lynen lviij roeden
Aldus dese besoingne ghedaen ten daghe jaere ende Jnstantie alsuooren ter presentie van heer hubert Wycka[ert] Prioor vande Clooster ende den voormelden vander meersch volghende te kennen gheuen ende beleet vande voorseyde Arbiters Inde Prohemie vermelt my Toorconde
Mahieu Fraeije 1644
Landtmate omme mijne eerweerdighen heere den Abt ende Clooster van zonnebeke vande verlaghynghe jeghens Chaerles vander mersch
1644