Niet ingelogd - Inloggen
Bekijk geschiedenis

BRU-AGSB-Z-212******

Algemene gegevens

Analytische datum: 07-11-1378

Type: Bevestiging door de leenmannen van de graaf van Vlaanderen dat de uitlevering van een misdadiger aan de baljuw van Ieper geen afbreuk doet aan de rechten van de abt van Zonnebeke

Beschrijving: Op vraag van de baljuw van Ieper, Oliuier van der Steenbrigghe, werd een gezocht misdadiger, Roger Spikinc 'die men hiet de liestre', gearresteerd in de heerlijkheid van de abdij van Zonnebeke, Bourgogne, en uitgeleverd aan de baljuw. De baljuw en de leenmannen van de graaf van Vlaanderen verklaren plechtig dat hierdoor geen afbreuk gedaan werd aan de jurisdictie van de abt daar.

Tekst

[VOORLOPIG]

test

Wy michel queke reeger boutin maes Soppin wouter crabbe Ende Roeger van Esschen Omme minsheren van vlaendren doen teweitenne ollen den ghonen die dese lettren zullen zien of horen leisen datvute dien Een Roger spikinc die men hiet de liestre berucht was van omtbeleken faite dat hi ghedaen soude hebben oliuier van der steenbrigghe bailliu van ypre beual den voorseiden Roegere te vanghene war dat menne vonde binnen der castelrie van ypre So verre dat Roeger voorseit gheuaen was onder theerscep minsheeren sabtz ende conuent van Zinnebeke ten eerscepe dat men heet borgioengen gheuaen sinde de voorseide oliuier van der steenbrigghe ols bailliu van ypre verzochte ende bat minen here den abt ende minsheren sabtz baillu den voorseiden Roeger deliuerert thebbene omme dat hi ten beuelne van den bailliu gheuaen was ende ol dar to[...?] bede van den bailliu van ypre ende tesinen verzouke zoo was hem de voorseide Roeger deliuererd bi ol so dat dar de voorseide oliuier van der steenbrigghe als bailliu verkende voor ons manne voornomt minenhere den abt ende sinen conuente als vri vp har eerscep siin ende bliuende ols zii waren ol eer devoorseide Roeger gheuaen was Ende dat omme cause van dien minen here den abt ende sinen conuente ghene predudisie haren eerscepe draghen mach. Jn orkonscep Ende jn kennessen der warhet hebben wy mannen minsheren van vlaendren voorseit ter versouke ende kennessse van oliuier van der steenbrigghe ols bailliu dese lettre gheseighelt met onsen zeglen vute hanghende ydaen jnt jaer .m.ccc. achte ende zeuentich den vii.sten dach van nouembre.