BRU-AGSB-Z-483
Algemene gegevens
Analytische datum: 15-07-1660Opmerkingen analytische datum: Bijkomende dateringen: "xxviijen Julij 1660" (28/07/1660); "den 30.en July 1660" (30/07/1660); "tsijdert den Jaere sesthienhondert tweenveertich tot ende met de Lichtmisse gheuallen 1660" (1642; 02/02/1660); "1660".
Type: Verzoek van de baljuw en schepenen van Zonnebeke aan de voogd en schepenen van Ieper om toe te laten dat inwoners van Ieper voor achterstallige renten voor de vierschaar te Zonnebeke gedaagd worden
Beschrijving: De baljuw en schepenen van Zonnebeke verzoeken de voogd en schepenen van Ieper om, in het voordeel van de justitie, toe te laten dat Meester Christiaen Reijnier en zijn consoorten, inwoners van Ieper, persoonlijk voor de vierschaar van Zonnebeke gedaagd zouden worden. Daar zal op 30 juli 1660, in het huis van Woutter de Boutte, panding of voetstelling gedaan worden door Pieter Mahieu als ontvanger van de abdij van Zonnebeke, op de bezittingen van de genoemde personen, om daarop achterstallige renten te verhalen.
Opmerking: Het document bestaat uit twee stukken tekst: de hoofdtekst - hier besproken - en een nota van de bode van de stad Ieper - besproken in BRU-AGSB-Z-483*.
Tekst
[VOORLOPIG]Gedeelte van
fiat placet in forma Actum in camer[?] xxviij.en Julij 1660 N. Grietten[s] 1660 sol[vit] x vj s par[isis?]
Beliefue myn Edele heeren vooght ende schepenen der stede van ijpre, vp het versouck van bailliu ende schepenen vande prochie ende heerelichede van sonnebeke in faueur van Justitie te Consenteren[?] daghynghe ofte Jnsinuatie persooneel ghedaen te worde tot laste van m[eeste]r Christiaen reijnier ende sijne mede- consorten residerende binnen der voornomde stede ende schependomme, Ten fijne hy wesende den 30.en July 1660 soude compareren in vierschaere vande voornomde prochie ende heerelichede ten thien heuren voor den noene ten huyse van Woutter de boutte tot sonnebeke inden hulst, omme aldaer tsijnen laste te hooren ende sien wijsen voor goet ende van weerden de pandynghe ofte voetstellynghe ghedaen doen bj P[iete]r mahieu als ontfangher vande abdije van sonnebeke, op de hofstede ende landen toebehoorende den voornomden requier met sijne medeconsorten hemlieder ghesuccedeert by der doot ende ouerlijden van Jonker adriaen van dixmuijde omme daerop te verhaelen vier hondert tween- twijntich franquaert een derde ende vijfde franq[uaer]ts hauer midtsgaders ses ponden een schelle ses deniers parisis ouer de pennijnck rente, vuytghaende opde selue hofstede ende landen wesende groot drijentwijntich ghemeten een lyne ende veertig roeden landts Ten ad[venan]te van een franq[uaer]t hauer ende vier deniers oblo par[isis] vuijt Ider ghemet bij jaere, spruijtende van heerelicke rente d'abdye van sonnebeke competerende verachtert tsijdert den Jaere sesthienhondert tween- veertig tot ende met de Lichtmisse gheuallen 1660 de selue hauer te lossen volghens den slag ghesleghen van Jder Jaere binnen der stede van ijpre Emmers omme Jeghens de voorseyde pandynghe ofte voetstellynghe te commen segghen duncket hemlieden goet op peyne als naer stijle met Costen alles voor redel[ick] sallaris, bereidt wesende ons indierghelijcke ende anders occurrentien ansocht wesende reciprocquel. t'acquictteren Actum desen 15.en Julij 1660 my Toorconde als greffier
P[iete]r mahieu 1660