BRU-AGSB-Z-382
Algemene gegevens
Analytische datum: 26-04-1642Opmerkingen analytische datum: Bijkomende datering: "Bafmisse xvj.C eenenveertigh" (01/10/1641); "1645".
Type: Verpachting van land door Pieter de Crequij aan Daniel Maertens
Beschrijving: Daniel Maertens verklaart dat hij land van Pieter de Crequij, 'rentier van zande', in pacht heeft genomen, voor een periode van 9 jaar (beginnend bamis 1641) [+ situering van de grond]. De pachter mag de grond niet overlaten aan anderen, moet 6 schapen of lammeren van de renterij van Zande bij zijn eigen schapen laten lopen, en moet zo veel duikeldammen bouwen als nodig zal zijn om de kregen in de schorren gevuld te houden. Mocht het land in kwestie ingedijkt worden, dan vervalt de pachtovereenkomst, en de vergoeding zal dan in verhouding van de tijd staan.
Tekst
[VOORLOPIG]Hedent date onderschreuen kende ende verclaerde Daniel Maertens in goeden ende loijaelen pachte genomen t'hebben Ieghens Damp Pieter de Crequij Rentier van Zande die Insghelijcx kende anden voornomden Daniel Maertens verpacht t'hebben de schorren beginnende ande schorre van Jan Coman, ende streckende zuijt tot ande schorre van Adriaen Vereecken, ende dit voor Den termijn van neghen Iaeren lanckghedeurende ende achtervolghende, voor de zomme van thien ponden grooten s'Iaers, danof den eersten pacht gheuallen ende verschenen is Bafmisse xvj.C eenenveertigh ende zoo voorts alle Iaere vallen ende verschijnen zal, totten exspi- reren vande voornomde neghen Iaren, ende voorts opde naervolghende conditien ende bespreken. Aluooren dat hij pachter niet zal vermoghen deze ghepachte schorren an een ander ouer te laeten, in t'gheheele ofte in deele, zonder expres consent vande verpachter, op peijne van dobbel pacht te moeten betaelen, zonder eenigh ander recht daeromme te moeten pleghen. Item hij pachter is ghehauden te laeten loopen met zijne schaepen opde voornomde schorren zes schapen ofte lammers vande Renterije van zande, zonder eenigh vergeldt daer vooren te mogen pretenderen. Daerenbouen hij pachter is gehauden te maken zoo veele duijckeldammen alst van noode is, tot veruullijnghe vande kreeken ligghende inde voornomde schorren, tot contentement vande verpachter
ende de zelue onderhauden ghedeurende den pa[cht?] vande voornomde neghen Iaeren, zonder eenigh vergeldt als vooren ende bij zoo verre dat ghedeurende den pacht vande voornomde neghen Iaeren de voornomde schorren wierden beuers[...?] ende inghedijckt, desen pacht zal extinct ende nul wes[es?] ende zal maer betaelen pro rata temporis. In kennisse d[er?] waerheijt, zijn hiervan ghemaeckt twee ghelijcke voor waerden ende pachtbrieuen, bij elck respectiuelick ond[er-?] teeckendt desen xxvj.en Aprilis xvj.C tweenveertich
P. De Crequij 1645.