LIT-014

Algemene gegevens

Opmerkingen analytische datum: Volgens de uitgave van de Limburg-Stirum staat er bij het regest in het cartularium van Lodewijk van Male (de Limburg-Stirum(2), 375, nr. MCCLXXXVI) nog '5 Septembre 1350'.

Type: Bevelschrift van de graaf van Vlaanderen aan de baljuw van Ieper betreffende de gedeeltelijke teruggave van goederen die geconfisqueerd waren naar aanleiding van een sententie in het nadeel van de graaf

Beschrijving: Tengevolge een uitspraak ten voordele van de abt van Zonnebeke en ten nadele van de graaf van Vlaanderen, heeft de graaf beslag laten leggen op de bezittingen die van Jehan Hauwiaus waren, omdat die Jehan als leenman aanwezig was bij het proces. Op vraag van Engeram Hauwel heeft hij toegelaten dat Jehan le Clerc,'le permentier', Jaqueme Oenolf, Jehan le Broetbakere en zijn broers met hem composeren voor hun deel van die goederen, voor de som van 4 pond groten tornoois, die reeds aan de graaf betaald werden. De baljuw van Ieper krijgt dan ook de opdracht die erfgenamen hun bezittingen te geven.

Tekst