LIT-010
Algemene gegevens
Analytische datum: 02-05-1350Opmerkingen analytische datum: Na het regest van deze akte in het cartularium van Lodewijk van Male (de Limburg-Stirum, 239, nr. CCXXXVII) volgt nog de datum '2 Mai 1350'.
Type: Sententie door de graaf van Vlaanderen in een geschil tussen Beatrise van den Broucke en Willem en Roelf Sammans betreffende de eigendom van grond te Hooglede, in het voordeel van Beatrise
Beschrijving: Sententie van Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen, aangaande een geschil tussen Beatrise van den Broucke en de gebroeders Willem en Roelf Sammans. Wijlen de echtgenoot van Beatrise kocht 15 gemeten land gelegen in de parochie van Hooglede, onder het gezag van de graaf; reeds 20 jaren of meer hebben Beatrise en haar echtgenoot dat land vreedzaam in hun bezit gehad. De gebroeders Sammans, echter, claimden dat de grond onder de heerschappij van het hof van de abt van Zonnebeke viel, en dat de grond niet de eigendom was van Beatrise of haar kinderen. Beatrise bracht de zaak voor de graaf, en eiste - op basis van de documenten die zij kon voorleggen - teruggave van de grond. Ook de gebroeders Sammans staafden hun claim met documenten. Op basis van de gehoorde argumenten en de voorgelegde documenten, alsmede op basis van de resultaten van een onderzoek te Hooglede, luidt de uitspraak als volgt: Beatrisen werd ten onrechte het bezit van de grond ontnomen, de heerschap over de grond behoort enkel de graaf toe (en niet de abt van Zonnebeke), en de gebroeders Sammans moeten genoegdoening geven en de gerechtskosten betalen.
Opmerking: De informatie in deze record heeft betrekking op de uitgave (de Limburg-Stirum, 217, nr. CCXIX) van de kopie van het stuk in het cartularium van Lodewijk van Male (voor meer informatie betreffende het cartularium: zie de Limburg-Stirum, ‘Préface’). // Zie ook de Limburg-Stirum, 241, nr. CCXXXVIII, in verband met dezelfde zaak (echter zonder expliciete vermelding van de abdij van Zonnebeke).