Niet ingelogd - Inloggen
Bekijk geschiedenis

BRU-AGSB-Z-6

Algemene gegevens

Opmerkingen analytische datum: Callewaert(1), 8, nr. 5: '1114'. // Thesaurus Diplomaticus: '1114-03-08-9 (DEBUT LAMBERT)' en '1114-99-99-0'. // Vander Marliere, Z, 1, nr. 6: '1114'. // Callewaert(1), 8, nr. 5, voetnoot 1: “La donation doit avoir été faite après 1110, car elle n’est pas mentionnée dans la bulle de confirmation de Pascal II, n. 4. Lambert était alors prévôt de Zonnebeke et archidiacre de Tournai. Il aura conservé ces deux dignités jusqu’à son élection au siège épiscopal de Tournai.” // Versavel(1), 233, bijlage II, noot: “De gift moet geschied zijn na 1110 daar zij nergen bevestigd is in de oorkonde van Pascal II ([Callewaert(1),] nr. 4). Lambertus was dan proost van Zonnebeke en aartsdiaken van Doornik. Hij heeft deze twee ambten bekleed tot zijn verkiezing tot bisschop van Doornik.”

Type: Bevestiging door de bisschop van Noyon-Doornik betreffende de schenking van haverrentes te Roeselare en Passendale, en grond te Ieper door de burggraaf van Ieper aan de abdij van Zonnebeke

Beschrijving: Lambertus, bisschop van Doornik-Noyon, bevestigt dat Adam, zoon van Teobaldus en burggraaf van Ieper, voor zijn zielenheil en dat van zijn voorgangers en alle gelovigen, haverrentes geschonken heeft aan de abdij van Zonnebeke; de rentes werden bezet te Roeselare en te Passendale. Een derde hiervan is voor de kanunniken van die abdij, de rest wordt verdeeld onder de armen op de dag van het jaargetijde van Adam en van zijn vader. Ook schenkt hij de abdij een stuk grond bij Ieper.

Opmerking: Callewaert(1), 8, nr. 5 vermeldt een kopie in Cartularium S, kap. 55. // De Thesaurus Diplomaticus vermeldt een kopie in Brugge, Archief Grootseminarie, Fonds Zonnebeke, Cartularium S, f° 28 v° - 29 r°. // Vander Marliere, Z, 1, nr. 6 verwijst naar Cartularium, kap. 55.

Tekst

test

[Overgenomen uit Callewaert(1), pp. 8-9, nr. 5]

[p. 8] IN NOMINE PATRIS ET FILII ET SPIRITUS SANCTI. EGO LAMBERTUS, gratia Dei Noviomensium seu Tornacensium episcopus, notum fieri volo tam futuris quam presentibus, quod Adam, filius Teobaldi Iprensium vicecomitis, pro salute anime sue suorumque predecessorum, omnium quoque fidelium defunctorum, ecclesie sante Dei Genitricis Marie, in villa Sinnebecca nominata, in presentia mei, tunc temporis ejusdem ecclesie prepositi; probatis personis clericorum, laicorum,

[p. 9] ut hujus rei testes forent, astantibus, terram apud Roslar LXXXII raseras avene persolventem dedit; apud Passcandalam vero terram XXIII raseras avene persolventem, quarum terciam partem usibus canonicorum prefate ecclesie, reliquum vero pauperibus in die sui anniversarii et patris sui, distribui constituit. Duas quoque mansuras apud Ipram eidem ecclesie donavit. Ut autem hec largitio firma et rata permaneat, sigilli nostri impressione confirmamus. Si quis autem eam infringere presumpserit, anathema sit.

S. Domini Lamberti episcopi; S. Hugonis Perronensis; S. Racelini; S. Fulkardi decani; S. Elbodonis canonici; S. Bernardi; S. Sigeri; S. Willelmi; S. Rodulfi; S. Thietberti; S. Hugonis; S. Rodulfi; S. Gocelini; S. Hugonis Werenbaldi; S. Henirici; S. Fromaldi castellani; S. Dirolfi filii castellani; S. Johannis; S. Walteri; S. Theinguini; S. Erkengeri; S. Lamberti; S. Rodulfi fratris ejus; S. Erenfridi; S. Alberti; S. Tankredi; S. Walteri.

Actum est autem hoc anno Incarnationis Domini millesimo centesimo XIIII°; primo anno episcopatus Domini L[amberti].

Ego Hugo cancellarius subterfirmavi ac relegi.