Niet ingelogd - Inloggen
Bekijk geschiedenis

BRU-AGSB-Z-R13(kap56)

Algemene gegevens

Opmerkingen analytische datum: Callewaert(1), 84, nr. 81: 'Mars 1244' (?); volgens de datering in de bron werd ze opgesteld in mei, niet in maart.

Type: Bevestiging door de heer van Moorslede betreffende de verkoop van tienden te Oostnieuwkerke en Roeselare door Johannes de Nieukercke aan de abdij van Zonnebeke

Beschrijving: Walterus, heer van Moorslede, bevestigt dat Johannes de Nieukercke, zijn leenman, met instemming van diens echtgenote Mabilia en diens eerstgeboren zoon Johannes, tienden gelegen in de parochies van Oostnieuwkerke en Roeselare verkocht heeft aan de abt en abdij van Zonnebeke. Johannes heeft afstand gedaan van al zijn rechten op de tienden, en via Walterus, met instemming van zijn echtgenote Margerita, worden deze doorgegeven aan de abdij van Zonnebeke.

Opmerking: Callewaert(1), 84, nr. 81 vermeldt een kopie in Cartularium S, kap. 56. // Callewaert(1), 84, nr. 81, voetnoot 1, vermeldt: “Voir n. 82.”

Tekst

BRU-AGSB-Z-R13(kap56)

[Overgenomen uit Callewaert(1), p. 84, nr. 81]

Ego Walterus, miles dominus de Moorslede, notum esse volo omnibus in perpetuum, quod Johannes de Nieukercke miles, homo meus, omnes decimas suas jacentes in parochiis de Nieukercke et de Roslare, quas de me tenebat in feodum, coram me et hominibus meis, dicti Johannis paribus, de voluntate et consensu Mabiliae uxoris suea et Johannis filii sui primogeniti, abbati et conventui de Sinnebeke legitime vendidit et werpivit, et quiquid juris in dictis decimis hactenus habuerat vel habere poterat, coram hominibus meis astantibus, in manu mea ad opus praedictorum, abbatis scilicet et conventus de Sinnebecke, integre resignavit. Ego autem easdem decimas in manu mea tenens liberas, de consensu Margaritae, dilectae uxoris meae, pro salute animae meae et praedecessorum meorum, supradictis abbati scilicet et conventui de Sinnebeke in puram contuli eleemosynam absque calumpnia, exactione vel servicio aliquo in perpetuum jure haereditario libere possidendas. In cujus rei testimonium praesentes litteras sigilli mei munimine roboravi.

Actum anno Domini 1244, mense maio.