BRU-AGSB-Z-144
Algemene gegevens
Analytische datum: 23-01-1473Opmerkingen analytische datum: In de datering staan elkaar tegensprekende elementen: enerzijds wordt gezegd dat de oorkonde dateert van Sint-Sebastiaansdag (= 20 januari, cf. BRU-AGSB-Z-140), anderzijds staat er dat dat gebeurde op 23 januari. Aangezien de overeenkomst dateert van 20 januari (cf. BRU-AGSB-Z-140), lijkt 23 januari ons zeker mogelijk, tenzij de overeenkomst door de mannen van de Zaal van Ieper bevestigd werd op dezelfde dag als ze gesloten werd.
Type: Bevestiging door de Zaal van Ieper van de vercijnzing van grond te Waasten door de abdij van Zonnebeke aan Claeis van Kemmele
Beschrijving: De mannen van de Zaal van Ieper laten weten dat Claeis van Kemmele grond en een hofstede te Waasten in cijns en pacht heeft genomen van de abdij van Zonnebeke voor een periode van 90 jaar, en dit voor de som van 13 pond 10 schellingen jaarlijkse rente, in 2 termijnen te betalen. Er wordt bepaald wat hij precies op de grond moet laten staan (gebouwen en gewassen); mochten hij of zijn nakomelingen in gebreke blijven, dan mag de abdij de hofstede in beslag nemen.
Opmerking: Dit is een bekendmaking door de Zaal van Ieper van de cijnsovereenkomst die beschreven staat in BRU-AGSB-Z-140.
Tekst
Wy victor de wale en[de] Jan van zunnebeke mannen mijns gheduchs heeren shertoghen van bourgoenge Graue van vlaendre van zijnder zale van ypre kennen Dat voor ons es co[m]men in propre p[er]sone claeis van kemmele en[de] heift verkent dat hy heift ghenomen teenen loyalen cheinze en[de] pachte Jeghen Eerwerdeghen vadre in gode mijn he[er]e den Abt Religieusen en[de] ghemeene conuent van zunnebeke een behuusde hoofsteide met gaders den lande der ontrent groot drie bundre lands eenen termijn van vierwaerftwijntich en[de] tien Jaer ligghende inde prochie van waestine bijden ponchele ande west zijde vander strate o[m]me de so[m]me van dertien pond[en] iten schell[inghen] elcs Jaers vlaemscher munte al zulke als ons gheduchten heere ontfanghen zal van zijnen demaine te betaelne ten tween paymenten elcx Jaers daer of teerste payment te wetene zes pond vichtien schell[inghe] par[isis] vallen zal te zinte Jansmesse Int Jaer duust vierhondert drie en[de] tzeuentich ende te medewijntre daer naer naest volghen[de] zes pond vichtien scell[inghe] par[isis] munte vors[eit] also langhe als de voors[eide] cheins gheduren zal telken sinte Jansmesse ende medewi[ntre] en[de] also voort van Jare te Jare van paymente te paymente voort kent de voors[eide] claeis Dat hy laten moet vpden voors[eiden] cheins en[de] pacht an husinghe en[de] an bogaert en[de] vpgaende groeyende catelen wert zijnde de so[m]me van zes endertich pond[en] par[isis] vlaemscher munte vors[eit] voort es te wetene dat de voors[eide] claeis of zijn naerco[m]mers in ghebreke waren van wel ende duechdeleke te betaelne ten paymenten voorscreuen en[de] tweede payment tderde achter haelde onuergolden zo mocht de vors[eide] abt en[de] conuent of huerleider naerco[m]mers hantslaen an tvoors[eide] lant en[de] allen catelen dier vp zijn zullen en[de] houden ouer huerleider propre goet zonder daer of eeneghe Rekeijnghe of bewijs daer of te doenne In kenkessen der waerheid zo hebben wij ma[n]nen ter beide vand[en] voors[eiden] claeis van kemmele metgaders den zeghele van claeis vors[eit] Int conuertante van zijnen zeghele ghedaen vp sint[e?] bastiaens dach den drie en twijntichst[en] dach van lauwe Int Iaer als bouen
Den brief van tlant van kemmele van vastene bij den pontcheele