Niet ingelogd - Inloggen
Bekijk geschiedenis

BRU-AGSB-Z-104

Algemene gegevens

Analytische datum: 15-07-1408

Opmerkingen analytische datum: We hebben voor 'half hooimaand' vijftien juli genomen.

Type: Bevestiging door de baljuw en schepenen van de heerlijkheid van de abdij van Zonnebeke van de afwinning van een som door Angnees sVincs voor schulden

Beschrijving: De baljuw en schepenen van de heerlijkheid van de abt van Zonnebeke laten weten dat Angnees sVincs op wettelijke wijze de som van 16 pond groten tornoois Vlaamse munt gewonnen heeft op het goed van de overleden heer Lauwerens van Meninne, pastoor van Beselare, voor schulden van deze laatste.

Tekst

[gecheckt]

test

Wij Loy de Screyre Jn deise tijd baillieu van mijnen he[er]e Den abdt van Zinnebeike en[de] van zinen Couente Ende Claeis sobble Jhan De Russchere Denijs de blonde France barey ende Jhan velghe Scepen[en] vanden vors[eiden] heerscepe mijns he[er]en Sabds en[de] Couents Doen tewetene allen Den ghone[n] Die Deise voorhoghene Lettre zullen sien of horen leisen Dat voor onslei- Den es co[m]men Jn p[ro]pren persone angnees Svincs en[de] heiftd al wettelike ghearesteird gheachteruolcht en[de] wel en[de] wettelike ghewonnen De So[m]me van zestiene pond groten torn[oise] vlaenderscher munten vpt goed Dat toebehoorde en[de] bleiue[n] es bach- ten Der Doot van Den h[er] lauwerens van meninne p[ro]chipape van beislare ghearesteird en[de] ghehacht bijder vors[eide] angnees binder p[ro]chie van beislare en[de] onder theersceip mijns he[er]e sabds en[de] Couents vors[eit] Jn de priest[er]age en[de] der onttrende van der welker schuld Dat Der vors[eide] angnees wettelike prijsers ghewijst waren te harer ghewonnenre schuld naer costumen en[de] uzagen van Den lande en[de] speciaellike naer Der Costume van der vierscare mijns he[er]e sabds en[de] Couents vorseid De welke p[rij]s[er]es mids gaders Den baillieu en[de] scepen[en] vorseid hebben gheprijst en[de] wettelike huteghegheiuen en[de] werd vanden bij haerleider heede dat zij vanden dat toebehoorde den h[er] lauwerens van meninne vors[eit] De So[m]me van Drie ende Dertich schilden vlaenderscher munten ten welken goede De vors[eide] angnees al wettelike toeghedae[n] es Jn minderhijnghen van der vors[eide] schuld Die zoe tewetten ghewonnen hadde en[de] dat zoe Dit hebben zoude ouer de schuld vors[eid] en[de] houden ouer haer propre goed en[de] haren wille Der meide Doen Ende dat was ghedaen met allen den Dijnghedaghen met allen Den kercghe- boden met allen den voordheesschene manijnghen vonnessen Diere toe dienden en[de] behoorden en[de] niet min naer Der Costume en[de] Der vzage van der vors[eide] vierscare Ende o[m]me Dies wille Dat wij baillieu en[de] Scepenen vorseid alle Deise zaken wel kennen en[de] Dat ghedaen en[de] ghepasseird es alwettelike Jn Der zeluer condicie en[de] maniere also hier bouen ghescreuen staet So hebben wij ten verzouke van Der vorseider angnees Jn meerre verzeikertheiden ende Jn kennessen der wareiden Deise presente lettre ghezeigheld met onsen propre hutehanghenden zeighelen Dit was ghedaen Jnt iaer ons heeren als men screef Dusentich vierhondert ende achte te half hoymaend

test

Becelare

afwinni[n]ghe onder salinas te beiselare heerlich[ei]t va[nden] Abt van zonnebeke a[nn]o 1408