BRU-AGSB-Z-178***

Algemene gegevens

Opmerkingen analytische datum: Aangezien BRU-AGSB-Z-178**, dat over dezelfde zaak handelt, opgesteld werd op 22 augustus 1503, dateert dit document waarschijnlijk ook uit hetzelfde jaar.

Type: Rapport van het antwoord van Cornelis de Breede in zijn proces tegen de abdij van Zonnebeke, betreffende grond in 'Ter Hazelt'

Beschrijving: Rapport van het antwoord van Cornelis de Breede aan de schepenen van de heer van zijn vierschaar te Roeselare, in de heerlijkheid van 'Ter Hazelt' in Oost-Ieper-Ambacht, betreffende zijn zaak tegen de abdij van Zonnebeke.

Opmerking: Kopie.

Tekst

Copie

Rappoort vand[en] Replijcke va[n] Cornelis de breede Heessch[er]e Jeghen Scepen[en] mijns gheduchs he[er]en van zijnd[er] vierscare te Roesselare ter Hezelt Jn oostyp[er]a[m]bacht ghedaechde metten Abd va[n] Zu[n]nebeke gheinthimeert verweeres

Tmach zijn dat de gheinthimeerde voetstellinghe ghedaen heift vp zeker erue en[de] dat voor vijf lijnen Nemaer en es maer beuonden by erfscheeders dat hij maer en behoort thebbene twee lijnen en[de] een half

Jtem en[de] als vande[n] Kuere Danof de verweeres spreken die en ne[m]mer beuonden werden zulc zijnde als zij die voortstellen en[de] baptiseeren

Jtem Nemaer zeicht alleenlic zo wie tlandt van eenen anderen bezit en[de] onthout bij fortsen ghewelde of and[er]sins zulc p[er]soon es co[n]dempneerlic Jnde boete van tsestich pond[en] paris[is] ende and[er]s niet

Jtem het en zal niet blijcken dat hij heift fortse ghed[aen] of den grond dies questie es bezeten heift bij ouerwille of and[er]sins

Jt[em] Jn teekene van dien het zal duechdelick blijcke[n] dat hij den gheinthimeerden presenteirde den pacht te betalene Jn dien hij eenich Recht daer an hadde

Jtem en[de] al zoude de Kuere d[aer]of zij spreken stede hebben dat neen en can den heesschere niet preiudicieren want hij maer pachtere en es Nemaer zoude die stede hebben vp den proprietaris vand[en] lande en[de] niet vp den pachtere zo hij es

Jtem ende als vand[en] costen ghetaxeirt en[de] ooc gheexecuteirt vp den heessch[er]e zal wel ende duechdelic blijcken die texcessiuelic ghetauxeirt zijnde zond[er] den heessch[er]e d[aer] ouer te Roupene zo zij wel sculdich waren ende behooren van doene

Actum viij.en van decembre te duplijckieren te xiiij daghen