BRU-AGSB-Z-266bis
Algemene gegevens
Analytische datum: 20-11-1568Type: Bevestiging door de abt van Zonnebeke betreffende de inlossing van een kapoenrente te Zonnebeke door Cornelis vander Mersch
Beschrijving: Nicholaus Ogier, abt en heer van Zonnebeke laat weten in het bijzijn van een aantal geestelijken uit de abdij, dat hij 12 ponden groten Vlaamse munt ontvangen heeft van Cornelis vander Mersch, als aflossing van een jaarlijkse kapoenrente bezet op een stuk grond te Zonnebeke, gelegen aan het kerkhof. Van nu af aan moeten Cornelis en de volgende houders van het stuk grond de abdij jaarlijks 28 schellingen parisis betalen. Mocht in toekomende tijden een abt beslissen dat hij liever jaarlijks 12 kapoenen zou krijgen, dan moeten de 12 ponden groten teruggegeven worden aan de houder van het stuk grond.
Tekst
Wij dher nicolaus Ogiers abdt ende heere van zunnebeke midts dheer jacob larijdan prior heer francoijs mahiu dher Nicolaus Fromondt prochepape dher colaert de calckere dher lowijs mourijn dher anthuenis Sanders dher ian bouckenoghe priesters van onsen ghemeene co[n]uente kenne[n] bij deze[n] onse letteren dat wij ontfanghe[n] hebben van cornelis vander mersch de somme van twaelf ponden groote vlamsch ditte ter cause ende ouer de aflossinghe van twaelf cappoene[n] die den voornoe[m]de cornelis ons iaerlicx gheldende was vp een parseel lants ligghende oost aent kerckhof te zunnebeke met den noort cant ieghen de strate lopende van zunnebeke naer morsle metten oostende vp straetkin daer de heerlickheden vp scheeden metten zuudt cant ieghe[n] ons lant dat den voorn[omden] cornelis drie neghe[n] iare[n] in cheinse houdende es van welcke twaelf cappoene[n] wij ons houden vernocht nu ende ten eeweghe[n] daghe scheldende quite midts deze[n] den voorn[omden] cornelis ende alle andere die den voorn[omden] cheins zoude mueghe thoe behoore[n] nu ofte in toeco[m]mende tijden midts dat zij iaerlicx ghehouden werden te betalene van nu voorts alle iare in zuuere pennijnghe[n] telcke[n] sinte martins messe in noue[m]bre de somme van xxviij s[chele] p[arisis] tsiaers zonder meer met conditien dat in toeco[m]mende tijden eeneghe prelaten vanden cloestere te zunnebeke begeerden de twaelf cappoene[n] wedero[m]me gheleuert te hebbene zullen die wedero[m]me mueghen hebben midts dat zij restituwere[n] zullen die twaelf ponde[n] groote inde handen van de guene die als danne cause vanden voorscreue[n] cheins hebben zal in teecken dat wij abdt ende co[n]uent bouen ghenompt goedt ende vast ende van werden houden zo hebben wij deze presente lettere[n] gheseghelt metten seghele van onzer abdie ende den seghele van onse ghemeene co[n]uente deze[n] xx.en van noue[m]bre int tiaer ons heere duust vijf hondert ende achte ende sestich
Aenghaende den Ceijns aen t’kerchof van zunnebeke nu 1657 in onse Handen