Niet ingelogd - Inloggen
< vorige

BRU-AGSB-Z-n1530*

Algemene gegevens

Analytische datum: 31-10-1791

Type: Denombrement door de abt van Zonnebeke aangeboden aan de baljuw van de Dovie, voor het leen De Mispelaar te Waasten en Neerwaasten

Beschrijving: Alipius Van Lerbeghe, abt en heer van Zonnebeke, Bourgogne, Salinas, de Mispelaar, Zonnegem etc., draagt aan Ludovicus Bernardus Delva, baljuw van het hof en de heerlijkheid van de Dovie, het denombrement over voor de heerlijkheid van de Mispelaar te Waasten en Neerwaasten, die als leen gehouden wordt van het hof van de Dovie [+ rechten en plichten van het leen].

Tekst

Gedeelte van
test
[voorkant]

Dit is 't Rapport ende Denombrement Van een Leen dat ik Damp Alipius Van- Lerberghe Abt ende Heere van Zonnebeke Bourgoigne Salines Mispelaere Sonneghem [etceter]a [etceter]a doen ende overgeven aen Sieur Ludovicus Bernardus Delva Bailliu van den hove ende heerlijkheijd vande Dovie wesende het voorseijde Leene eene ervelijke Rente in de Prochie van waesten ende Nederwaesten hem bestrekkende op diversche partijen van Lande onder de voorseijde stede ende prochie van waesten ende Nederwaesten Genaemt de de [sic]heerlijkheid van Mispelaere gehouden onder den

test
[voorkant]

Hove van de voorschreven heerelijkheijd van Dovie; Welke Landen Jaerlijks schuldig Zijn van heerelijke Renten twaelf Razieren negen francquaert Evene ende het sesde deel van eenen francquaert naer den slagh Jtem vier Cappoenen 't derde ende het sesde deel van eenen Cappoen toedien eene pennink Rente op andere diversche Landen daer in begrepen ses hondert meersch in twee parseelen liggende over de Waesten brugge aen de westsijde van den Poortdijk de welke gelden den Voorschreven heere van Mispelaere Jaerelijks ten advenante van een pene par[isi]s uijt elk hondert bij Jaere t'saemen derthien schellingen grooten ende ten vercoop marctgeld te weten vijfthien schele par[isi]s van elk pond groote ende ter dood bijsele naer costuijme ende vermag 't voorseijde Leen Mispelaere hooge Justitie middele ende neder Tol Vont Bastaert Lagaen-goed ende diergelijke Eenen bailliu ende Amman te stellen ende Mijnheer vande Dovie is mij schuldig sijn mannen ende schepenen te

Gedeelte van

test
[voorkant]

Verleenen om Recht ende Wet t'administreren ende Vangenisse op dat noot zij ten mijnen redelijken coste dies versocht zijnde welk leen ende heerlijkheijd ik belove te houden vande voorseijde heerlijkheijd van de Dovie ter trauwe van dienst ende waerhede ende ter dood t'eenen relieve van thien ponden par[isi]s ende als 't verandert bij coope ofte andersints den gerechtigen thienden penninck van dat 't gelt Ende indien ten voorseijden heerlijkheijd van Mispelaere meer ofte min toebehoorde dan voorseijt is presentere sonder prejuditie af ende aen te slaen ten seggen van Mannen mijne huijsgenoeten In Teeken der waerheijd hebbe dese onder- teeckent ende gecacheteert met mijn gewoonelijk cachet in onse geseijde Abdije tot Zonnebeke desen 31.e Octobre xvii.C eenentnegentig onderteekent A. Van Lerberghe Abt tot Sonnebeke