BRU-AGSB-Z-1180
Algemene gegevens
Analytische datum: 14-06-1752Opmerkingen analytische datum: Bijkomende dateringen: "vriendagh 16 deser maent" (16/06/1752); "1750"; "1752".
Type: Brief van P.A. Castelain aan de abt van Zonnebeke met informatie betreffende de tienden te Linsele, een levering wol te Wervik, en achterstallige missen
Beschrijving: P.A. Castelain schrijft abt De Vos van Zonnebeke dat hij met de heer Lambein een plan van de tienden te Linsele bekeken heeft, en dat Lambein de tienden daar in 12 delen heeft onderverdeeld, die alle apart verpacht zullen worden, blijkbaar tot vreugde van de parochianen [+ modaliteiten van de verpachting, met vergelijking met de verpachting door het kapittel van Rijsel]. Het tweede stuk van de brief gaat over een levering wol, die niet in Wervik geraakt omdat rekening moet gehouden worden met bepaalde gevaren. Ten slotte herinnert Castelain eraan dat nog een aantal missen voor het jaar 1750 gedaan moet worden, en hij verzoekt de abt ervoor te zorgen dat deze gevierd worden.
Tekst
Seer eerweerdeghen heer
neme de Liberteijt van uwe eerweerdegheijt te jnformeren dat jck bij mijn heer Lambein geweest hebbe die mij getoont heeft den plan der thienden van Linselle ende uijt den Canton van den blan bois heeft hij vijf gesepareerde thienden getrocken soo datter volghens sijn segghen sullen wesen tot Linselle twalf thienden den meestendeel der prochianen sijn gheel verblijt dat uwe eerweirdigheijt ende d'heeren jn raede gevonden hebben de thienden bij separaete brancken te verpachten segghende benissons dieu nous pourrons affermer des dismes a Linselle mijn heer Lambein soude weinschen over te commen met den plan der thienden vriendagh 16 deser maent jndien den dagh ul[ieden?] soude convenieren hebbe hem oock gesproken dat drije guldens van jeder thiende te verpachten te veele was ende hij en heeft niet veele daer op geantwort d'heeren Canonicken van rissel verpachten hunne thienden jn ponden grooten stellende op jeder branche voor godts penninck ende aendere rechten 16 schellinghen vier groote vlaems wijn gelt twee schellinghen van jeder pont groote die met het principal aen hunnen ontfanger betaelt wort de betaelingen der thienden sijn jn twee paiementen het eerste t'alderheijligen ende het Leste te Lichtmisse de pachters over jeder vermaeninghe
moeten betaelen drije stuijvers den greffier van wervick heeft voor de verpachtinge van jeder thiende twee schellingen nemaer de Conditien ende publicatien sijn jn het geprinte de welcke maer te vervullen en sijn t'selve soude tot jpre gevoegelijck connen geschieden sulckx jn raede vindende ende soude connen een exemplair van den greffier afsenden jck meijne als mijn heer Lambein soude hebben dertegh stuijvers van jeder thiende te verpachten op een achtermiddagh gewonnen dat hij genereuselijck betaelt soude wesen mijn heer den dispensier heeft mij geschreven nopende de wolle den ontfangher van wervick is verwondert dat de selve niet en Comt jck en vinde soo groot perickel daer jn niet de wolle magh altijdt commen tot wervick sonder ongemack jck ben gheel content van de selve wolle voor aen mij verkocht te houden nochtans volghens mijn oordeel dit en heeft gheen goedt fondament als jck de wetenschap soude hebben wat dagh de wolle quaeme jck soude connen twee declaratien maecken ende jn comptoir sijnde den waegen soude recht over passeeren ende isser niemant die den waegen attaqueert de minste declaratie soude soo toch dienen als de meeste immers naer het goedtduncken jck bidde mijn heer den dispensier part te geven daer sijn noch 28 ofte dertigh missen te celebreeren tot ende met 1750 die jck uwe eerweerdigheijt bidde te celebreeren betrauwende op ul[ieder] goedtheijt blijve met alle estime naer uwe eerweirdigheijt ende mijn heer den dispensier Cordealiter gegroet te hebben
Seer eerweirdighen heer
VL[ieder] oodtmoedighen ende bereijden dienaer P. A. Castelain 1752
Wervick den 14 junij 1752
aen den seer eerweirdighen heer Mijn heer de vos abt der vermaerde abdie van ende tot Sonnebeke