Niet ingelogd - Inloggen
< vorige

BRU-AGSB-Z-175

Algemene gegevens

Analytische datum: 28-03-1503

Opmerkingen analytische datum: De datum werd doorgehaald. Gezien de datering van BRU-AGSB-Z-174 moet waarschijnlijk ook hier het jaartal aangepast worden volgens de paasstijl, dus 1503.

Type: Bevestiging [door de magistraat van Brugge] van de aanstelling door Jan Canneele van een aantal procureurs, en van de schenking van een penningrente te Waasten, 'De Mispelare', aan de abdij van Zonnebeke (t.v.v. gebeden)

Beschrijving: De (niet expliciet genoemde) magistraat van Brugge laat weten dat Jan Canneele, poorter van Brugge, een aantal personen heeft aangesteld als zijn procureurs; zij mogen in zijn naam verschijnen voor de baljuw en de mannen van het genootschap en de heerlijkheid 'vanden Don/uye', die gehouden wordt van het kasteel van Waasten, en daar te kennen geven dat Jan een penningrente, 'De Mispelare' geheten, opgedragen heeft aan de abdij van Zonnebeke, in ruil voor gebeden. Hij verkreeg deze rente na de dood van vrouwe Margriete vanden Vagheviere, de weduwe van ridder Pietre Bladelins. Jan Canneele doet afstand van al zijn rechten op deze rente.

Opmerking: Vermoedelijk een kladversie. Een deel van de tekst werd doorgehaald; informatie uit die doorstreepte gedeelten werd toch opgenomen bij de categorieën Personen / Plaatsnamen en Instellingen.

Tekst

[VOORLOPIG]

test

tekst tussen dubbele schuine streepjes: doorstreept in het origineel tekst tussen enkele schuine streepjes: interlineair of in de marge toegevoegd

Allen den ghonen die dese presente lettren zullen zien of hooren lesen wij doen te wetene dat up den dach van hedent dat deser lettren voor ons es commen ende ghecompareirt in persoonen Jan Canneele /onse/ poorter //vander stede van Brugghen// de welke /bij zijnen vrijen ende eyghenen wille/ //zijns dancx ende vrije willen// heift /ghestelt [et]c[etera]/ //ghestelt ghemaect ende gheordoneirt// ende bij desen /[et]c[etera]/ //presenten lettren stelt maect ende ordoneirt zijn generale procureurs ende speciale boden te wetene// Pieter Wulveryc Clays de Hane Willem Bricaert ghezeyt Feytere den welken boven ghenoomden procureurs //ende elken// /hemlieden ende elx zonderlinghe [...?] desen lettren ghevende/ //van hemlieden zonderlinghe// //bringher deis briefs de voornomde constituant heift// //ghegheven ende bij desen presenten gheift// vulle macht auctoriteit ende speciael bevel irrevocabele /ende zonder wederroupen/ [omme?,over?, ende?] uuter name van hem constituant //[...?]// te comparerene voor //eerbaren ende wijsen// bailliu ende mannen vanden /ghenootscepe/ //ghenoetscepie// ende heerlicheyt vanden Donye ghehouden vanden casteele ende burch van Waestene ende al daer /te verkennene ende verlydene/ //te kennen ghevende// hoe //dat// hy constituant om zekere redelicke causen hem daer toe porrende heift ghegheven /ende upgedreghen heift/ //ende [...?] desen// /ende //een// anderwaerf in zijnen name eist nood te updraghen ende te transporteren/ //presenten gheest// eerwerdicgh vadre in gode zijnen neve //Jan// /den/ abd //ende heere// van Zunnebeke vander ordene van sint augustijn int biscopdom van Theerenburch //ende zijnen// /ten behouve vande/ ghemeenen convente //zonderlinghe om// /mids/ dat zij voor hem constituant ende zijn voorders //ter zaleghe ghedynckenessen// eewelic /ghehouden werden te/ bidden zullen al zulc recht horye [...?] /ende [...?] van/ successye ende verstervenesse als hem constituant toe commen ende verscenen es by rechter horye ende verstervenesse van wylent joncvrauwe Margriete vanden Vagheviere //wedewe van wylen// mer Pieter Bladelins rudders weduwe //inden [...?] heere van Middelburch in Vlaendren dat ter cause van// in een//en// leen//e// ende heerlichede ghehouden vanden voorseiden ghenoetscepe vanden Donye ghenaemt den Mispelare, twelke es een heerlike penninckrente bestreckende up diversche partien van lande gheleghen binde prochie van Waestene twelke leen nu ten tyden bezet ende possesseirt Willem[?] Saelmoen belovende ooc bij eede hij constituant up tverbant van hem ende al zijn goet voor oghen ende toe te commene nemmermeer te gheenen daghe te gane noch te doen gane te heesschene noch te doen heesschene eenich recht van oryen noch possessie van dien, maer als daer af renuncierende voor hem zijn hoers ende naercommers teewicheden ten prouffyte vanden voorseide abd prior ende convent mids de cause ende dienste voorscreven ende indien datter specialer obligacie van ervenessen ontervenessen ofte andersins daer toe dient ende behoort ende ancleeft omme dat ooc bij virtute van deser procuracie te moghen passeren voor bailliu ende mannen voorseid mids dat noot zij ende de zaken begheren te bewa renesse van partien als in ghelycken zaken gheuseert ende ghecostumeert van doene naer costume des voorseids burchs ende hofs van Waestene zonderlinghe al doende als hij constituant zelve zoude mueghen doen in persoonen vooroghen wesende belovende ooc bijden zelver obligacie houdende goet vast ende ghestade tallen daghen al tghuent dat hij zijnen voornomden procureurs ofte den eenen van hemlieden zal zijn ghes[...?]t ghedaen gherenunceert ende gheprocureert inde zaken voorscreven ende dies daer an cleven mach Oorconden

//actum xxviii in maerte xv.C ii present//

//voor scepenen// //Robe//