Niet ingelogd - Inloggen
< vorige

BRU-AGSB-Z-1003

Algemene gegevens

Analytische datum: 19-07-1723

Opmerkingen analytische datum: Bijkomende datering: "1723".

Type: Denombrement door Joseph le Febure, in naam van Frans[ois] Joseph Nauigheer, aan de baljuw van Klerkshove, voor twee lenen gelegen binnen de heerlijkheid van Klerkshove

Beschrijving: Joseph le Febure, procureur voor meester Frans[ois] Joseph Nauigheer filius d'heer ende meestere Christoffel, geeft aan Michiel Pijpe, baljuw van de abt van Zonnebeke voor diens heerlijkheden van Zonnebeke, Klerkshove etcetera, het denombrement voor twee lenen, gehouden van het leenhof van Klerkshove [+ situering van het leen], bestaande uit tienden [+ plichten van de lenen]. Hij erfde deze lenen van wijlen meester Christoffel Jdesbald Nauigheer, kanunnik van de kathedraal van Sint-Maarten te Ieper.

Tekst

test
[voorkant]

Raport grotte ende denombrement van twee leenen dat ick Joseph le febure machtigh bij procuratie ouer m[eeste]re Fran[cisu]s joseph nauigheer f[iliu]s d'heer ende m[eeste]re christoffel doen ende ouergheuen aen Sieur michiel pijpe Bailliu ende wettelick maenheere van den heer prelaet van d'abdije van zonnebeque heere van[de] selue plaetse clercxhoue [et]c[eter]a gehouden van het voors[eijd]e leenhof van Clercxhoue paelende suijt aende Crabbethiende bestreckende naer suijtwaert Lanckx de beke de steenbrugghe ende vande Steenbrugghe suijtwaert lanckx de selue Beke tot de Sonnebeke straete ende heffen[de] haer westwaert van[de] selue Beke soo verre als de prochie van langhemarcq gaet ghemeene met de pastorie thiende ende de thiende vande heeren Canoninghen van S[in]te maertens t'Ipre ende wijlent jo[ncke]r jan bap[tis]te heurlebout t' samen ghenomt de merelthiende ende sijn t'samen drie reeken waer van dat dese eerste thiende is een reck de pastorie thiende het tweede ende het derde is de thiende toebehooren[de] de Canonijnghen van S[in]te Maertens ende wijlent den voorn[omden] heurlebout waer vuijt gheheuen wort het tweede leen wesende den neghensten schoof thiende van een volle recke staende de selue twee leenen ten dienste van trauwe en[de] waerhede ende van elck thien[?] ponden par[isi]s met Camerlinck ghelt ende ander hofrechten t'elcker veranderijnghe ende als die veranderen bij coope ofte belast worden den thienden pennijnck aenden heere bouen het voors[eijd]e Camerlijnckgelt ende ander hofrechten de twee voors[eijd]e leenen aen hem toeghecommen bij het ouerlijden van w[ijlen]t heer ende m[eeste]re christoffel jdesbaldus nauigheer ghewesen Canoninck inde Cathdrale kercke van S[in]te maerten binnen der Stede van Ipre alles onder protestatie indien datter meer ofte min beuonden waere dan voors[eij]t t'selue te sullen corrigeren en[de] segghen van mannen hun dies verstaende In kennisse der waerheijt hebbe dese letteren van raporte gheteeckent ende ghecachetteert ouer ende vuijtter naeme als voorseijt desen neghenthienden julij xvij.C Drieentwintigh toor[conde]n

J. Le febure 1723

test
[achterkant]

Rapport M[eeste]re fran[ciscu]s Joseph Navigheer van twee Leene[n] onder Clerxhoue v[er]heue[n] 17.en Julij 1723