LIT-009
Algemene gegevens
Opmerkingen analytische datum: De opgegeven datering hoort bij de kopie van de akte, zoals die opgenomen werd in het cartularium van Lodewijk van Male (de Limburg-Stirum, 217, nr. CCXIX); naast het regest in het cartularium staat ook nog 'Août 1349'.Type: Bevelschrift van de graaf van Vlaanderen aan de baljuw van Ieper betreffende grond te Hooglede, waarover de abt van Zonnebeke de heerschappij claimt
Beschrijving: Er was een geschil gerezen tussen Beatrisen vanden Brouke (en haar kinderen) en Roelfs en Willem Sammans, Kortrijkse wevers, betreffende 15 gemeten land, gelegen te Hooglede. De abt van Zonnebeke had dat stuk land immers onder zijn heerschappij getrokken en toegelaten dat Roelfs en Willem het land in gebruik namen. Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen, claimde echter dat de grond onder zijn heerschappij viel, en omdat de genoemde abt zich tijdens een audiëntie niet adequaat wist te verantwoorden, beveelt de graaf de baljuw van Ieper, Jhan Bernagen, om de genoemde Beatrisen weer in het bezit te stellen van de grond, die ook voorheen in haar bezit geweest was.
Opmerking: De informatie in deze record heeft betrekking op de uitgave (de Limburg-Stirum, 217, nr. CCXIX) van de kopie van het stuk in het cartularium van Lodewijk van Male (voor meer informatie betreffende het cartularium: zie de Limburg-Stirum, ‘Préface’). // Zie ook de Limburg-Stirum, 241, nr. CCXXXVIII, in verband met dezelfde zaak (echter zonder expliciete vermelding van de abdij van Zonnebeke).