Niet ingelogd - Inloggen
< vorige

BRU-AGSB-Z-R13(kap121)

Algemene gegevens

Analytische datum: 17-01-1406

Opmerkingen analytische datum: Callewaert(1), 150, nr. 138: '14 Février 1406' (14/02/1406). // Uitgaande van het gebruik van de paasstijl, werd het jaartal aangepast.

Type: Bevestiging door Jacob van Lichtervelde dat de abdij van Zonnebeke recht heeft op een deel van zijn haverrente te Koolskamp

Beschrijving: Jacob van Lichtervelde, ridder en heer van Koolskamp en Assebroek, verklaart dat de abdij van Zonnebeke jaarlijks recht heeft op 22 rasieren haver van zijn haverrente te Koolskamp; in ruil voor zekere hoeveelheid wanten en soklaken. Jacob kocht deze rente van de abdij voor de duur van zijn leven.

Opmerking: Callewaert(1), 150, nr. 138 vermeldt een kopie in Cartularium S, kap. 121.

Tekst

BRU-AGSB-Z-R13(kap121)

[Overgenomen uit Callewaert(1), pp. 150-151, nr. 138]

[p. 150] Wij Jacob van Lichtervelde, rudder, heere van Coolscamp ende van Aersbrouck, doen te wetene allen lieden dat, naer den goeden betooge die wijre af gesien hebben ende informatie beede met besegelden brieven van goede memorie wylen myn heere mher Louwys van Lichtervelde, heere van Coolscamp in dien tyden ende anders, kennen bij desen onsen brieven ende seghele dat het cloostere van Sinnebeke heeft jaerlix twee et twintich rasieren evene op onse evene rente te Coolscamp, sulcke mate ende evene als wij van der onser ontfangen, behouden dies dat den abt ende convent ons jaerlix schuldich sijn, als sij haerlieder voorseide rente ontfangen, sekere quantiteyt van wanten ende zocklakene. Dewelke voorseide evene rente wij wel en loyalicke gecoght hebben jegen den Abt ende convente voorseide ons leven lanck geduerende, in sulcker vorme ende manieren als de brieven verclaeren ende mentioen maken die wij van den voorseide Abdt ende convente bezegelt met haerlieder zegele te ons waert daer af hebben. In kennisse der waerheyt, zoo hebben wij, Jacob van Lichtervelde, rudder, heere van Coolscamp ende van Aerssebrouck voorseide, deze presente lettere besegelt met onzen propren segele wthangende, ende in meerdere voorsekerthede soo hebben wij gebeden ende bidden onsen lieven geminden neve ende vrienden Mher Victoor Van Lichtervelde, rudder heere van Staden, en Joos Vanderkerkstede, mannen van leene ons geduchs Heeren van Bourgoignien ende van Vlaenderen, dat zij mitsgaders ons dit op ons kennen ende segelen willen. Ende wij Victoor van Lichtervelde, rudder, heere van Staden, ende Josse Vanderkerckstede, mannen van den leene ons geduchts Heere voorseid ter nerester bede ende versoecke van onsen lieven ende seer geminden heere mijn heere van Coolscamp ende van Aerssebrouck voorseid, ende

[p. 151] omme dat ons wel kenlich is dat de saken aldus gedaen syn, soo hebben wy elk van ons dese presente lettre gesegelt met onsen propren segelen uthangende, mitsgaders ons voorseid heeren segele daer voren aangehangen.

Ghemaect ende gegeven op den seventhiensten dach van Laumaent, int jaer ons Heeren als men schreef 1405.