Niet ingelogd - Inloggen
< vorige

BRU-AGSB-Z-40

Algemene gegevens

Analytische datum: 19-05-1227

Opmerkingen analytische datum: Callewaert(1), 69, nr. 64: '27 Mai 1227'. // Aangezien Hemelvaart in 1227 op 20 mei viel, gaan we ervan uit dat Callewaert een fout gemaakt heeft (in 1226 viel Hemelvaart op 28 mei), en kiezen we voor de datum 19/05/1227 (cf. ook het probleem met de datering van Callewaert in BRU-AGSB-Z-R13(kap5)).

Type: Verzoek door de ridder van Aire-sur-la-Lys aan de bisschop van Doornik betreffende de bevestiging van een compositie tussen de abdij van Zonnebeke en de parochianen van Beselare betreffende het appoort van Sint-Vincentius te Beselare

Beschrijving: Balduinus, ridder van Aire-sur-la-Lys, laat weten aan Walterus, bisschop van Doornik, dat hij en zijn echtgenote, Margareta, achter de compositie staan, die bewerkstelligd werd tussen de abdij van Zonnebeke, en Margareta en de parochianen van Beselare, betreffende het appoort van Sint-Vincentius te Beselare. Ook hebben hij en zijn echtgenote afstand gedaan van al hun rechten op een tiende te Beselare, ten voordele van de abdij van Zonnebeke. De bisschop wordt gevraagd dit alles te ratificeren.

Opmerking: Callewaert(1), 69, nr. 64 vermeldt een kopie in Cartularium S, supplement 26, en in de Inventaire Diplomatique, p. 156, evenals een authentiek afschrift uit de 17de eeuw, op basis van het origineel, BRU-AGSB-Z-48bis.

Tekst

test

[Overgenomen uit Callewaert(1), p. 69, nr. 64]

Reverendo Patri et domino suo W[altero], Dei gratia Tornacensi episcopo, B[alduinus], miles de Aria, salutem et paratam ad obsequia voluntatem.

Sanctitati vestre significo quod compositionem que per arbitros facta est inter ecclesiam de Sinnebecka ex una parte, Margaretam, uxorem meam et parrochianos de Beveslare ex altera, super apportu sancti Vincentii de Beveslare, ego et predicta uxor mea gratam habemus et approbamus et auctoritate vestra confirmari et approbari benigne et affectuose postulamus. Preterea ego et sepedicta uxor mea plenissime et voluntarie confitemur, quod quicquid juris habemus in quadam decima jacente in Beveslare, quam in prejudicium nostrum ecclesiam de Sinnebecka acquisisse aliquando calumniabamur, eidem ecclesie, pro salutem animarum nostrarum, in elemosinam perpetuo possidendum liberaliter concedimus. Benignitati igitur vestre supplicamus humiliter ut si quis de cetero super premissis ecclesie Sinnebeccensi injuriam fecerit, scilicet de parte apportus et de decima, vos ipsius maliciam per ecclesiasticam districtionem compescere et corrigere, et ecclesiam ad conservandum premissa juvare dignemini.

Datum anno Domini M°CC°XX° septimo, mense maio et in vigilia Ascensionis.