Niet ingelogd - Inloggen
< vorige

BRU-AGSB-Z-34

Algemene gegevens

Opmerkingen analytische datum: Callewaert(1), 62, nr. 57: 'Juillet 1222'.

Type: Schenking door de bisschop van Terwaan (in navolging van 3 zonen van ridder Erlebaldus en hun echtgenoten) van tienden te Zonnebeke aan de abdij van Zonnebeke

Beschrijving: Adam, bisschop van Terwaan, laat weten dat Woitinus, zoon van ridder Erlebaldus, en zijn echtgenote Lismodis, de tiende die ze hadden in Zonnebeke overgedragen hebben ten voordele van de abdij van Zonnebeke, met instemming van de heren van wie ze de tiende in leen hielden. Bovendien deden Willielmus, zoon van ridder Erlebaldus, en Mahtildis, zijn echtgenote, afstand van de tiende die zij bezaten en die zij van Woitinus in leen hielden, met instemming van Woitinus. Ook Hene, broer van Woitinus, deed afstand van zijn tiende, ten voordele van de genoemde abdij. De tienden werden door Adam als aalmoes overgedragen aan de abdij van Zonnebeke.

Opmerking: Callewaert(1), 62, nr. 57 vermeldt een kopie in Cartularium S, kap. 15.

Tekst

test

[Overgenomen uit Callewaert(1), p. 62, nr. 57]

Universis presentes litteras inspecturis, Adam, divina miseratione Morinensis episcopus salutem in omnium Salutari. Vos scire volumus quod Woitinus, filius Erlebaldi militis, et Lismodis uxor ejus in presentia nostra constituti, decimam quam habebant in villa de Sinnebecka, scilicet tertiam partem decime de tota nova terra, duas garbas de terra prorpia et de terra hospitum suorum in manu nostra ad opus ecclesie de Sinnebecka deposuerunt, et de assensu dominorum de quibus a predictis eadem decima tenebatur in feodo, scilicet Ottonis de Hardoie et Johannis de Sinnebecke militum. Preterea Willielmus, filius Erlebaldi militis, et Mahtildis uxor ejus totam decimam quam habebant et quam de predicto Woitino jure feodi tenebant, eodem Woitino assensum prebente, et Hene frater Woitini totam decimam suam nobis etiam dicte ecclesie omnimode resignaverunt. Nos autem postea ad petitionem predictorum decimas predictas ecclesie de Sinnebecka, nomine elemosyne, contulimus perpetuo possidendas.

Actum anno Domini millesimo ducentesimo vigesimo secundo, mense julio.