BRU-AGSB-Z-n1610
Algemene gegevens
Analytische datum: 22-06-1781Opmerkingen analytische datum: Het stuk is niet gedateerd; de meest recente datum in het stuk, wordt als datering gebruikt. // Bijkomende dateringen: "in daten 13 ende 22 Junij 1781" (13/06/1781 en 22/06/1781); "ten jaere 1764"; "op den 19 Julij 1773" (19/07/1773).
Type: Getuigenissen van inwoners van Langemark in het kader van het proces tussen de pastoor en de heer van Langemark voor de Raad van Vlaanderen, betreffende enkele geclaimde prerogatieven tijdens kerkelijke diensten voor de heren van Langemark
Beschrijving: Getuigenverklaringen, opgenomen naar aanleiding van het proces tussen meester Gregorius de Keuwere, pastoor van Langemark (verweerder) en de heer Francois Guilliame, burggraaf de Pattin, baron van Coucy etc. (eiser), voor de Raad van Vlaanderen: de pastoor hoopt deze getuigenissen van inwoners van Langemark als bewijs voor zijn gelijk te kunnen gebruiken. De getuigenissen betreffen voornamelijk de zitplaats van de heren van Langemark in de kerk, hun positie in de processie, en de manier waarop de pastoor hen met wijwater moet besprenkelen, en of dat als eerste moet gebeuren of niet; over het algemeen spreken de getuigenverklaringen een bevoorrechte positie van de heren van Langemark tegen.
Opmerking: Mogelijk kladversie.
Tekst
Etiquet omme heer ende m[eeste]re gregorius de Keuwere pastor der prochie van langhemarcq Verw[eerder]e ter eendere zijde Jegens m'her francois guilliame Burghgrave de Pattin baron van Coutsy [etceter]a heesscher bij requeste ende onder Correctie respectivelick in daten 13 ende 22 Junij 1781 ter andere Voor hooge ende Mogende heeren Mijnheeren Van den raede in Vlaenderen Den Verw[eere]re Voorts Werckende aen de preuve Contrarie Waer toe hij ten processe is geadmitteert geworden produceert de hier Naer genaemde getuijgen biddende VE[erweer]d[ich...] Naer Van de Selve te hebben afgenomen den gewoonelicken eedt hun te Willen hooren op de pointen ende artikelen alwaer hunne respective Naemen gemargineert Staen ende hun Seggenschap te redigeren bij geschrifte om aen den Verw[eerde]re te Valideren in termen Sijnder Voorn[omd]e preuve als naer behooren
2
de Gemargineerde naer Verclaert te hebben hunnen Naem toenaeme qualiteijt ouderdom ende Woonste Sullen Seggen Wel te kennen partien litiganten in desen Nemaer aen geene van beijde te bestaen in graede van Consanguiniteijt Nochte affiniteijt ende hun niet te dienen in qualiteijt van domestiquen
3
Sijne Edelheijt wort gebeden aen de gemargineerde lecture te geven Van hunne respective Schriftelicke attestatien al hier gecottiert
... de selve te parapheren bij Welckers inhouden Sij Sullen Verclaeren te persisteren ende in Consequentie dies ghetuijgen voor Waerachtig
4
[In de linkermage: Joannes innocentius roge]
Dat Sij van hunnen Jonckheijt af daegelijckx in de parochiale kercke Van langhemarcq (erboven: gehoort de kerckelicke diensten ghedoopt) de Misse hebben gedient (eronder: hebben) ende Van dan Voorts in de Costerele fonctien altijds heeft geholpen den immediaten VoorSaet (erboven: van desen actuelen)(doorstreept: bij hem te benomen) Coster
5
[doorstreept: dat hij daerom Seer wel is wetende dat de heeren Van het voors[eijd]e langhemarcq geen Sitten ofte Cnielbanck hun Competerende in de Selve kercke gehadt en hebben]
6
dat het is Van Sijne Wete ende Kennisse dat M'her Charles philippe burghgrave de Pattin president Van S[ijne] Maj[esteij]ts raedt tot ghendt noijt immers niet ten tijde Van het leven Van den gemargineerden in de goddelicke diensten tot langhe- marcq is Jegenwoordigh geweest dat hij den Voormelden heer president maer eens tot langhemarcq heeft Weten passeren ten jaere 1764 met hem in de kercke geweest ende gesproken den Welcken alsdan Voortginck met Sijnen Sone actuelen heere Van langhemarcq alhier heesscher in Sijne Voiture naer de prochie Van Bixschote
7
dat hij Seer Wel kent M'her francois guilliame burgh- grave de pattin actuelen heere der Voors[eijd]e prochie van den Selven Verscheijde mael te hebben Weten Commen tot langhemarcq om Sijne plaisieren Soo op de jacht als andersints
8
dat hij die Selven heere alhier heesscher Menigh mael heeft gesien tegenwoordigh in de god- delicke diensten in d'een ofte d'ander plaetse Van de parochiale Kercke van Langhemarcq ende Somwijlen
in het Sitten Van de hooftmans al daer Sijnde heeft den gemargineerden gesien, dat den godtsdienst geeijndight zijnde (erboven: t'elckens dat) den heer pastor Maerten het gewijdt water (erboven: heeft gegeven, dat het het Selve) aen den ges[eijd]en heer heesscher heeft gesmeten even ende gelijck aen de hooftmans ende andere parochiaenen boven den arm ende met den Swaeij ende dat hij het selve noijt op eene andere Wijse en heeft Weten geven
9
Voorts Sal den gemargineerden Nogh moeten getuijgen als waerachtig dat hij den heer president Vader van desen heer heesscher op den 19 Julij 1773 heeft helpen begraeven tot langhemarcq dat hij naer den uijtvaert den heer pastor Maerten het gewijt Water heeft Sien Smijten aen den actuelen heer heesscher ende Kindere aldaer tegenwoordigh boven den arm ende met Swaeij even ende gelijck den actuelen heer pastor de Kindere gewoon is het gewijt water te Smijten al t'gonne den gemargineerden Soo Veel te beter is Wetende om dieswille hij nu drij en dertigh Jaeren Coster is alles rijpelick belet heeft ende den quispel in de handen Van d'heeren pastores gegeven heeft om hetSelve te Executeren
10
dat het insgelijckx in waerheijt bestaet dat de heeren der Zaele ende Casselrije Van Jpre gewoon Zijn alle drij Vier a Vijf jaeren naer langhemarcq te Commen op den Kermisdag ende dat de Solemnele hoogmisse bij te woonen ende in de processie het hoogweerdigh immediatelick t'achtervolgen met flambeeuw mitsgaders dat hij gemargineerden naer het eijndigen Van den dienst t'elcken Keere het gewijt Water door de respective pastores aen de Voors[eijd]e heeren der Casselrije heeft Sien Smijten opde Selve Wijse
gelijck aen de hooftmans ende andere parochianen boven den arm ende met Swaeij
[In de linkermarge: Maximiliaen Vande- Walle]
11
sal deposeren Voor Waerachtigh dat hij in Sijne jonckheijt daegelijcx in de parochiale Kercke Van langemarcq de Misse heeft gedient ende dickwils den Coster geholpen heeft in Sijne fonctie mitsgaders dat hij Van Sijne jonckheijt af tot den dagh Van heden de Kerckelicke diensten tot Langhemarcq bijgewoont heeft Ende ten Surpluse op alle de Voordere artikelen gelijck den eersten gemargineerden
12
[In de linkermarge: ferdinandus ameloot]
Sal moeten getuijgen dat hij in Sijne jonckheijd dagelijckx in de parochiale Kercke Van langemarcq de misse heeft gedient dat hij gedeurende achtien jaeren Clockeluijder is geweest ende altijd op de prochie Van langhemarcq bij de Kercke gewoont mitsgaders de goddelicke diensten bijgewoont heeft ende [doorstreept: daerom Seer Wel is Wetende dat de heeren Van langemarcq geen sitten ofte Knielbanck hun Competerende in de Selve kercke gehadt en hebben
13
dat hij dickwils heeft hooren Seggen dat d'heer Jaspar Vander- beke t'Sijnen tijde heere Van LangHemarcq noijt op de Selve prochie en heeft gewoont]
14
dat het is Van S'gemargineerdens Wete ende Kennisse dat d'heer pieter pattin balliu der prochie Van Bixschote aldaer t'Sijnen tijde Woonachtigh overleden ende begraeven es geweest hooftman Van de gulde van S[in]t Sebastiaen tot langemarcq ende dat hij den Selven met de gulde broeders [in de linkermarge: meermaels] heeft weten gaen Naer de Kercke tot langemarcq ende Sien Cnielen in het Sitten Van de hooftmans der Voorn[omd]e prochie ten tijde Van de Solemnele hooghmisse
15
dat [doorstreept: hij] naer het eijndegen der Voorn[omd]e hoogmisse het gewijdt Water Van den heer pastor Joets heeft Weten Smijten aen de Voors[eijd]en heere pieter pattin primo loco Maer even ende gelijck aen d'andere parochiaenen boven den arm ende met den Swaeij Mitsgaders dat hij het Selve gewijt Water noijt op eene andere wijse door de Successive pastores aen de heeren Van langemarcq en heeft Weten geven
16
dat het is Van S'gemargineerdens goede Kennisse dat den heer president de pattin Noijt in de Kercke Van langemarcq ten tijde der goddelicke diensten en is geweest Voorts desen gemargineerden te hooren op de artikelen 2, 3, 4, 7, 8 ende 10 hier Vooren
17
[In de linkermarge: Joannes Six]
desen gemargineerden te interrogeren, relativelick tot Sijne Verleende attestatie op de ar[tike]len 2, 3, 5, 10, 14, 15 ende 16 Van desen etiquet
18
[In de linkermarge: Joannes Baptiste Platteeuw]
Sal deposeren dat hij tot ontrent den ouderdom Van twee en twintigh Jaeren bij de parochiale Kercke Van Langhemarcq ende altijdt inwoonder is geweest der Selve prochie metsg[ade]rs dat hij Van Sijne jonckheijd af tot den dagh Van hedend de kerckelicke aldaer heeft bijgewoont [doorstreept: ende daerom wel is wetende dat de heeren Van het Voors[eijd]e langhemarcq geen Sitten ofte Knielbanck hun Competerende in de Selve Kercke oijt en hebben gehadt]
19
Voorts dat het is Van Sijne Wete ende Kennisse dat Joncker Jaspar Vanderbeke t Sijnen tijde heere Van Langhemarcq noijt immers niet ten tijde van het leven Van den gemargineerden binnen de prochie Van Langhemarcq en heeft gewoont ende dat hij niet indachtigh en is Van den Selven oijt in de Kercke te hebben gesien ofte te hooren Seggen dat hij oijt in de Kercke Soude geweest hebben]
20
dat hij Seer Wel gekent heeft d'heer pieter Pattin balliu der prochie Van Bixschote aldaer t'Sijnen tijde Woonachtig overleden ende begraeven dat hij den Selven heer pattin dickmaels heeft gesien in de Kercke Van langhemarcq ten tijde Van de goddelicke diensten ofte in het Kercke Sitten of in andere plaetsen Van de Kercke alwaer hij best plaetse Vont ende dat den gemargineerden Nogh Wel indachtigh is om het Selve Vijftigh mael ende meer te hebben gesien ende bemerckt dat t'elckens het gewijt Water aen de parochiaenen hun aldaer Vindende in de Kercke door den heer pastor is Verleent geweest den Voors[eijd]en d'heer pieter pattin den eersten quam Staen Voor het Volgk ende dat den heer pastor hem den eersten ofte primo loco het gewijt Water gesmeten heeft even ende gelijck aen de andere prochiaenen [doorstreept: Sonder distinctie] boven den arm ende met den Swaeij mitsgaders dat hij gemargineerden het gewijt water Noijt op eene andere Wijse en heeft Weten geven
21
Sal Nogh getuijgen dat Volgens Sijn beste onthouden ende memorie den heer president de Pattin Noijt in de Kercke Van Langhemarcq ten tijde der goddelicke diensten en heeft geweest ende dat hij den Selven aldaer Noijt en heeft gesien
22
[In de linkermarge: fransciscus Van Staen[?]]
te interrogeren op de ar[tike]len 18, 19, 20 ende 21
23
[In de linkermarge: Leopoldus de Witte]
op de ar[tike]len 5, 6, 7, 8 ende 10
24
[In de linkermarge: Elias ampluijt]
op de ar[tike]len 5, 13, 14 ende 15
25
[In de linkermarge: Philippus dufloo]
Sal deposeren dat hij hooftman zijnde der prochie Van Langhemarcq ende geknielt wesende Nevens d'heeren der Casselrije Van Ipre dewelcke het hooghweerdigh onmiddelick achtervolght hadden in de processie opden dagh der Kerck Wijdinge Van den Jaere bij hem te benaemen gelijck Sij
gewoon Sijn te commen alle drij a Vier Jaeren den heer pastor den dienst geeijndight sijnde het gewijt Waeter eerst aen de heeren der Casselrije ende Naerdies aen den gemargi- neerden heeft gesmeten met den Swaeij ende boven d'hant gelijck aen het ander Volck
26
dat de gemelde heeren der Casselrije den gemargineerden ondervraeght hebbende of het gebruijck alsoo was dat den heer pastor hun op die maniere het gewijt Water Smeet hij daerop heeft geantwoort dat jae dat hij het Selve aen hun noijt op eene andere Maniere en hadde weten Smijten Nochte geven als boven de handt met den Swaeij ende gelijck aen andere parochianen
27
Sal nogh deposeren dat Sijne antwoorde daerontrent Ver- leent is Van Sijne goede wete ende Kennisse mitsgaders niet anders en behelst als de Lautere Waerheijd