BRU-AGSB-Z-1115

Algemene gegevens

Analytische datum: 21-10-1740

Opmerkingen analytische datum: Bijkomende dateringen: "op den 8.en van April" (08/04); "op den achtsten April" (08/04).

Type: Stichting door Michael Holvoet bij de dis van Zonnebeke van twee jaargetijden in de kerk van Zonnebeke

Beschrijving: Michael Holvoet, priester en gegradueerd kanunnik van de kerk van Sint-Rombout te Mechelen, en secretaris van de kardinaal-aartsbisschop daar, verklaart dat hij in de abdij van Zonnebeke 75 pond groten Vlaamse munt overhandigd heeft aan abt Patricius Holvoet, zijn oom. Ook overhandigde hij aan zijn moeder, Magdalena Teresia Struve, weduwe van Michiel Macharius Holvoet, de som van 25 pond groten. Zij moet hiermee jaarlijks een jaargetijde laten zingen in de kerk van Zonnebeke, op 8 april, de sterfdag van haar echtgenoot. Zij belooft die som over te dragen aan de abt, van zodra bepaalde goederen aangekocht kunnen worden. Wanneer hij over beide sommen beschikt, moet de abt met de 100 pond groten enkele bezittingen kopen, die belast moeten worden met een rente van 4 pond groten Vlaamse munt per jaar. Voor die som moet de dis van Zonnebeke jaarlijks twee jaargetijden doen zingen. Het eerste jaargetijde is voor het zielenheil van de abt en van Michael Holvoet. Zolang zij beiden nog in leven zijn, moeten jaarlijks 25 missen gelezen worden voor het zielenheil van Michael Holvoet. Het tweede jaargetijde bevoordeelt het zielenheil van de vader van Michael Holvoet, en na het overlijden van zijn moeder, broer, zussen en vrienden, ook hun zielenheil. Abt Patricius Holvoet krijgt volmacht om de nodige renten aan te kopen.

Tekst

[VOORLOPIG]

In den naem des Heeren, Amen. Zij kennelijck aen een jeghelijcke, die dese sullen zien, dat ick Michael Holvoet Priester canonick Gradueel van de Metropolitane Kerk van S. Rombout tot mechelen, secretaris van sijn Eminentie Mijn Heer den Card[inae]l Aertsbisschop aldaer, op heden den een-en-twintigsten October Seventhien hondert veertigh, mij vindende in d'abdije van Sonnebeke, hebbe getelt ende in bewaernisse gegeven in handen van mijnen eerweerdigsten Heer oom Patricius Holvoet Prelaet der selve abdij (aen wie Godt nog een lanck-salig leven wille verlenen!) de somme van vijf en t'seventig ponden grooten vlaemsch sterck wisselgelt, welcke somme den voornomden Eerweerdigsten Heer Abt bij desen instrumente bekent in depositum ontfangen te hebben, en te bewaeren ten eijnde naer beschreven. Kondt zij eensgelijcks dat ick ten selven daege aen mijn moeder Magdalena Teresia struve, alhier present, weduwe van Michiel Macharius Holvoet mijn vader saliger (aen wie Godt d'eeuwige rente verleenen!) hebbe getelt ende gegeven vijf en twintig ponden grooten eensgelijcks wisselgelt onder obligatie van bij provisie tot dat sij het selve geldt sal ingebracht hebben, jaerlijcks in de Prochie-kerck van Sonnebeke te doen singen een jaergetijde, op den 8.en van April, wesende den sterfdagh van mijn vader voornomt, tot laeffenissen van zijn ziele en van de afgestorven vriende; en dat op de maniere hier onder breeder uijtgedruckt, laetende nochtans de uijtreijc- kinghen van broodt aen den aermen in haeren discretie: welcke somme van 25 ponden wisselgelt mijne voornomde moeder bekent bij desen voor den vermelden last ontfangen te hebben, dienende dienvolgens dese voor quittancie, sonder van voorderen te moeten doceren; ende belooft de selve somme in handen van mijn Heer den Prelaet voornomt toe te brengen Soo haest als d'occasie van t'acquireren de naerbeschreven goederen sig sal presenteren: voorders ick versoecke oodtmoedelijck en committeren specialijck mijnen

Gedeelte van

Eerweerdigsten Heer oom Patricius Holvoet, om in mijnen naeme en van mijnen t'wege met die twee voorzeijde Sommen maeckende t'samen een hondert ponden grooten vlaemsch wisselgelt met d'eerste occasie te koopen eenige staende goederen, landen of goede en behoorlijk-gehijpotekeerde rente of renten, en mij daer inne te doen goeden en erfven met alle solemniteijten van rechts- of costume-wege versogt; mitsgaeders om de selve te coopen goederen landen of renten te belasten, te bepanden en affecteren met eene rente van vier ponden grooten vlaemsch courrant geldt s'jaers ten profijte van den disch ofte arm-tafel der gemelde Parochiale kercke van Sonnebeke; voor welcke rente den selven disch sal verobligeert en belast zijn van ten eeuwigen daegen jaerlijcks te doen singen twee jaergetijden, te weten een in den choor der vermelde Abdije van zonnebeke door de heeren Religieusen met vespers, matten van eenen nocturnus en Lauden der dooden en solemnele misse van requiem tot laeffenisse van mijnen voorzeijden Eerweerdigsten Heer ooms en mijne ziele; en sulckx van den eersten verjaerdag af, dat jemant van ons beijde sal comen ter sterven, soo nogtans dat het geseijt jaergetijde naer d' aflijvigheijt van den voorzeijden Eerweerdigsten Heer Abt sal gestelt, ende alle jaere eeuwiglijck gedaen werden op sijnen sterfdagh, den Heer Pastor voor t'singen van het selve jaergetijde aen jeder der voornomde Religieusen de pittancie van eenen pot wijn. In plaetste van welck jaergetijde, tot dat een van ons twee sal comen te aflijven, sal den vermelden disch verbonden zijn van jaerlijcks ter mijner intentie te doen lesen vijfentwintig missen. Item een jaergetijde ten eeuwigen daegen jaerlijcks te doen singhen in de Parochie- of voor-kercke van zonnebeke op den achtsten April, Sterfdag van mijnen voorzeijden vader, ofte wel den eerstvolgenden onbe- letten dag, tot laeffenisse van zijn ziele, als oock, naer d'aflijvigheijt, tot laeffenisse van mijne voornomde moeder, broeder susters en andere af te sterven of afgestorven vriendens zielen voor t'Singhen van welck jaergetijde sal den disch betaelen

aen den Heer Pastor eenen gulden, aen den koster voor t'luijden der klocke, het stellen der baere met vier keerssen en t'helpen singen, thien stuijvers; aen de kerck voor slete van ornamenten, wasch-licht, wijn, misbroodt &a. thien stuijvers: daerenboven sal den selven disch verpligt zijn jeder reijse in dit jaergetijde uijt te deelen eene rasiere cooren in broodt ter discretie van den Heer Pastor, aen de aermen menschen die in t'selve sullen tegenwoordig geweest hebben, ende andere die te bedde sieck liggen, vindt hij het goedt. Tot welcke voorschreven koopinge, affectatie en executie geve ick bij desen volle magt en commissie aen mijnen voornomden Eerweerdigsten Heer Oom Patricius Holvoet, belovende te houden voor goedt, vast ende van weerden alles het gene Hij uijt cragte van dese procuratie Sal hebben gedaen ende gereguleert. Aldus gedaen in d'Abdije van Sonnebe- ke ten daege, maende ende jaere voorschreven jn teecken der waerheijt hebben wij dese onderteeckent

Patricius holvoet Abt van Zonnebeke m. trese struiue M. Holvoet can[onicus] grad[atus] S[ancti] Rum[uoldi] Secret[arius] Em[i]n[ent]ie Sue

J. Steijt, als present