Niet ingelogd - Inloggen
< vorige

BRU-AGSB-Z-212*****

Algemene gegevens

Opmerkingen analytische datum: Bijkomende datering: "den viij dach van maerte xv.C xxv?" (08/03/1525); "up den derden dach van dese jeghenwoordegh maent" (03/03/1525?).

Type: Acceptatie door de baljuw van de Zaal en kasselrij van Ieper van de jurisdictie van de rechtsdienaars van de abt van Zonnebeke op het kerkhof en in de kerkgracht van Zonnebeke

Beschrijving: Joos Lansaem, baljuw van de Zaal en kasselrij van Ieper, beweert dat hij jurisdictie heeft in de kerkgracht en op het kerkhof van Zonnebeke. Hij baseert zich daarvoor op een geval van enkele decennia tevoren, waarbij de baljuw van de Zaal van Ieper een lijk in de kerkgracht van het kerkhof van Zonnebeke geschouwd had. Recenter kwam de jurisdictie daar in het geding door de schutting van de varkens van Bouden vander Gracht en Jacob Marin op het kerkhof van Zonnebeke door de amman van de heerlijkheid. Op de daaropvolgende dingdag verklaarde Joos Lansaem dat de baljuw van Zonnebeke niet het recht had deze personen te vervolgen. Hierop wendde de abdij zich tot de vorst, opdat zij in hun rechten bevestigd zouden worden. Deze vroeg advies aan de leden van de Rekenkamer te Rijsel en de Raad van Vlaanderen. De leden van de Rekenkamer werden op hun beurt geadviseerd door de baljuw en schepenen van de Zaal en kasselrij van Ieper. De uitkomst van dit alles is, dat Joos Lansaem aanvaardt dat de genoemde lijkschouwing niet als een precedent beschouwd kan worden; hij ziet dan ook af van het beroep dat hij ingesteld had tegen de vermelde vervolging door de baljuw van Zonnebeke.

Tekst

[VOORLOPIG]

Gedeelte van

test

Vute dien dat Joos Lansaem bailliu vander zale ende casselrye van ypre mainteneirde kennesse ende judicature thebbene jnde kercke grachten ende vp tkerchof van Zunnebeke zegghende ende sustenerende dat tanderen tyden es leden vichtich ofte tsestich jaren byden Bailliu vander zale eenen derden persoon ghescauwet was jnden kercke gracht vanden kerchoue van Zunnebeke Ende vut dien alsoo den bailliu van mijnen heere den abt heere van Zunnebeke betrocken hadde voor scepenen aldaer Boudin vander Gracht ende Jacop Maertin ter cause dat huerlieder zwynen ghescut waren vp tkerchof van Zunnebeke bijden amman van mijnen voornomden heere van Zunnebeke ende vp hemlieden zoo verre gheprocedeirt als dat zy moesten andwoorden vp versteken tsyne ende vp den achtsten dach van marte vichtien hondert viuentwintich dinghedach wesende zoo quam ende compareirde den voornomden Joos Lansaem als bailliu vander zale ende appelleirde vanden proceduren die den bailliu van Zunnebeke hadde beghonen doen ende jn meeninghe was van deene ter cause vanden voornomden ghescutten binden voornomde dinghedach nietjeghenstaende tappeel zoo was de zake gheroert ten tenre [?] vanden ferie ende vut causen vanden voornomden appeele scepenen stelden de zaken jnstate tot anders daerup gheordonneirt zyn zouden ter cause vanden welcken den voornomden heere ende conuent heeren van Zunnebeke hebben der keyserlicker Magesteyt by Requeste te kennen ghegheuen huerlieder Recht judicature ende preheminentie die zy hebben vp tkerchof ande kercke kercke grachten ende and strate vp de noordzyde vanden voornomden kerchoue vp welcke Requeste de K[?]t advys begheert heift van zijn heeren vanden Rekenijnghe camere te Ryssele ende van mynen heeren vanden Rade jn Vlaendren Ende omme jnde zake verzekerdelicke te procederene Soo hebben myne voornomde heeren vanden Rekenynghe camere gheordonnert bailliu ende scepenen vander voornomde zale ende casselrye van ypre hemlieden te jnformeren vp tinhouden vaden voornomden Requeste de voornomde bailliu ende scepenen te dien obtempererende hebben hemlieden ghejnformeirt al jnt langhe wel ende rypelic veue du lieu ghedaen ende jnspectie ghenomen vanden voornomde heerlichede van Zunnebeke ende preheminencien ende tvermueghen van diere al volghende te kennen gheuen van mynen voornomden heere van Zunnebeke ende hebben de voornomde bailliu ende scepenenvander zale huerlieder jnformerene myne voornomde heeeren vanden Rekenynghe camere ghedreghen Omme by hemlieden ghedaen tsyne tguent dat daer toe dienen ende behooren zal Soo eist dat den voornomden Joos Lansaem als bailliu vander zale ende casselrie van ypre hedent date desen lettren voor mij notaris ende Oorconder hier onder ghenoompt verclarst gheift tot bailliu ende scepenen van mijnen voornomden heere de abt ende tcouent heeren van Zunnebeke dat hij ghezijn heift by mijne voornomde heeren vanden Rekenijnghe camere der voornomde keyserlicker magesteyt vp den derden dach van deser jeghewoordigher maendt Ende by aduyse van hemlieden zoo ze[?]de hy dat de questie van tscauwen vanden dooden man vooren ghementioneirt ende aldiesser andersins vutghespruut ende naergheuolcht es te nieuten ghedaen es wel verstaende also wel de questie vanden appeele ter cause vanden ghescutte vande zwynen vp tkerchof ooc vooren ghementioneirt als andersins Bijden welcken hij bailliu Renonchiert vanden appeele voornomt Ende consenteirdt den voornomden bailliu ende scepenen van Zunnebeke voort te procederende jnde voornomde zaken alsoo zy ghedaen zouden hebben voor de date vanden jnterligheren [?] vanden voornomden appeele van welcken verclarse ende Renonciacie byden voorseiden bailliu vander zale ghedaen jnder manieren voorscreuen her Willem van Steelandt abt ende heere van Zunnebeke daer present acte die wy hem ghe[?]deert hebben te wetene dese jeghewordeghe Aldus ghedaen ten jare ende daghe albouen By ons bailliu ende scepenen voornoompt thebbene Jan de Rooy bailliu Joos Traetsaert Marcx Priem Cornelis Gheysin Venandt Stoorm Gryffoen de Stuet ende Joos vanden Bussche ter tyt van nv scepenen vander heerlichede van Zunnebeke jn kennessen der waerhede Soo hebbenwy bailliu ende scepenen voorseit dese presente lettren ghedaen zeghelen met onsen propren zeghelen vuthanghende