BRU-AGSB-Z-Doos9Los12
Algemene gegevens
Analytische datum: 08-10-1744Opmerkingen analytische datum: Bijkomende datering: "1744".
Type: Aanstelling door de abt van Zonnebeke van Geeraert Bouten tot ontvanger van de heerlijke inkomsten van de abdij van Zonnebeke te Zonnebeke
Beschrijving: Patricius Holvoet, abt en heer van Zonnebeke, stelt Geeraert Bouten, griffier van Zonnebeke, aan als ontvanger van de heerlijke renten van de abdij (in haver, geld, hennen, kapoenen en cijnsrenten), evenals van de betalingen voor de leendiensten, tiende penning, marktgelden, beste vromen, leenverheffingen etc., toebehorend aan het leenhof van Zonnebeke [+ bijkomende rechten en plichten van de functie].
Tekst
Wij patricius holvoet Abt ende heere van Zonnebeke authoriseren ende Constitueren bij desen S[ieu]r geeraert Bouten greffier der selve prochie omme te ontfanghen alle heerelicke haver pennijnck hennen Capoenen ende cheinsrenten de voorseijde onse abdie Competerende alsoock de Leendiensten thiende pennijnck ende marcktgelden beste vromen relieven ende alle heerelicke ende hovelicke rechten annex aende selve heerelicheden ende Leenhof van Zonnebeke danof bij hem quitantien te verleenen aensocht sijnde vande oude achterstellen alsoock moderaetie te geven naer reden ende alles met ons adveu d'ongewillighe debiteuren tot betaelijnghe te bedwijnghen bij Justitie soo hij gheraedight vint doende hiervan behoorelick Jnkennen ende rekenijnghe t'allen tijde hiertoe aensocht sijnde voorders d'erfachtighe ofte Coopers Jn erfve te doen Commen de Landen te doen Stellen behoorelick ten hoofde de Leenen vande selue
heerelijckheijt ghehouden te doen verheffen als zij veranderen tsij bij vercoopijnghe ofte ter doodt de Leenmannen Rapport te doen gheven Jn forma danof Recepis te verleenen feauteijts te doen presteren alle de boeten daeruijt resulterende te Jnnen ende ontfanghen welcke sullen blijven tsijnen proffijtte sonder Rekenijnghe danof te moeten doen ghereserveert de boeten van non tijdelijcke onterf ofte Erfvenisse die sullen sijn ten proffijtte vanden bailliu Emmers alles te doen met diligentie ghelijck Eenen ontfangher ofte admodiateur soude Connen ofte moeten doen van alle welcken ontfanck Jn ghelde hij sal proffijtteren den twaelfsten pennijnck nemaer van het gonne Jn nature van haver ofte Capoenen sal ghelevert worden en zal hij geene tantiƩme moghen pretenderen maer sal alleenelick hebben de Emolumenten met de Lasten die sijnen vaeder
Jn Zijn Leven heeft ghehadt met belofte van te houden voor goet alle het gonne hij Jn zijne qualiteijt van ontfangher sal doen actum Jn onse abdie onder ons ghewoonelick Cachet ende om mijne blintheijt onder het hanteecken vanden heer dispensier daertoe door ons ghecommitteert desen 8.e[n] octobre xvij.C vierenveertich onder double
J. Steijt G.D. Bouten 1744
Commissie voor den ontfangh van de heerelijcke renten