Niet ingelogd - Inloggen
< vorige

BRU-AGSB-Z-1109

Algemene gegevens

Analytische datum: 04-07-1738

Type: Denombrement door Bruno Alexandre Schynckele in naam van zijn neef aangeboden aan de baljuw van de heerlijkheid van Klerkshove voor een leentiende te Langemark en Zonnebeke, de Hazewee-Tiende

Beschrijving: Bruno Alexandre Schynckele, schildknaap, heer van Montigny, Noordburg, Dangodt en Pongerville, voogd van en leenman voor jonker Bruno Antonius filius jonker Pieter Maria Schynckele, zijn neef, biedt aan de heer Verenne, baljuw en wettelijk maanheer van de leenmannen van de heerlijkheid van Klerkshove, het denombrement aan van een leentiende in de parochie van Langemark, die zijn neef houdt van die heerlijkheid. Het gaat om de Hazewee-Tiende, bestaande uit 5 'vorken', waarvan 1/2 toebehoort aan zijn neef, 1/2 aan de heer van Dentergem, 2 aan de prelaat van Zonnebeke, 1 aan de prelaat van Voormezele, en 1 aan het kapittel van Sint-Maarten te Ieper [+ situering van de tiende] [+ rechten en plichten van het leen]. Van het leen van de Hazewee-Tiende worden 2 andere lenen gehouden, ook tienden: de Mereltiende, toebehorend aan zijn neef, en de Kleine Hazewee-Tiende, toebehorend aan jonker Jan Keijngnaert. De Mereltiende wordt gemeenschappelijk gehouden met de pastoor van Langemark, de baljuw van Ledegem en de kanunniken van Sint-Maarten. Jonker Bruno Antonius Schynckele verkreeg dit leen door de dood van zijn vader, jonker Pieter Maria Schynckele, heer van Ronshove.

Tekst

[VOORLOPIG]

test

Ick Bruno Alexandre Schynckele Schiltncape [sic] heere Van Montigny Noortburgh Dangodt pongerville als vooght ende bedienden Man van Leene ouer jo[ncke]r Bruno Antonius filius jo[ncke]r p[iete]r maria schynckele ouerleden heere van ronshoue Mijnen neeve, gheue mits deser over aen dheer ... Verenne bailliu ende wettelijcker/n Maenheere van mannen van Leene der heerlicheede van clerxhoue het rapport ende Denombrement van een leenthiende Competeerende aen mijnen geseiden neeue geleghen inde prochien van langhemarck ende zonnebeke genoempt de hasewee thiende wesende een aluen vorcke gemeene met den heere van denterghem Die de andere alue vorcke heeft, voors mei den prelaet van zonnebeke ouer twee vorcken den prelaet van voormezeele een vorcke ende tcapittel van ste Maertens tijpre oock een vorcke maekende alsoo de gheele thiende den nombre van vijf vorcken daervan dit leen begript een gherechte thiende deel paelende int gheele van oosten, westen, ende noorden Lancx de beke die van Ste juliaens Loopt tot de paddebeke ende van daer Lancx een waterloop die scheet het goet vanden abt van Zonnebeke ende dese thiende gehouden vanden voorseiden houe ende heerlicheede van clerxhoue, Staende ter trauwe ende waerhede ende ten relieue van thien pont parisis t'elcker veranderinghe van heritier met Camerlinck gelt ende veranderende bij Coope is sculdich den 10en pennijnck met gelijcke relief, sijnde dit leen een herfleen daervan gehouden sijn de twee naervolgende Leenen, wesende oock twee thienden daervan dene genaempt is de merlaerthiende Competeerende aen mijnen voorseiden neeue ende dandere genaempt de cleijne haseweethiende toebehoorende jo[ncke]r jan Keijngnaert beede in de voornomde prochien sijnde de tweede 27 ende deelen vande voorseide merlaertthiende gemeene met den pastoor van langhemarck den bailliu van ledeghem Causa uxoris ende de Canoninghen van S[in]te maertens tvoornomde leen opgecommen aen den geseiden jor. Bruno Antonius Schynckele bij der doot van jo[ncke]r pieter maria Schynckele ouerleden heere van ronshoue sijnnen heere vaeder in teeken der waerheijt hebbe ick in mijnen qualiteijt dese Letteren van rapporte geteekent ende gesegelt Den 4 julij 1738 B.A. Schynckele De Montigny