Niet ingelogd - Inloggen
< vorige

BRU-AGSB-Z-942

Algemene gegevens

Analytische datum: 10-07-1719

Type: Denombrement door I.L. Beijts, als voogd van jonker P.M. Schijnckele, aan de baljuw van Klerkshove, voor de Hazewee-Tiende te Langemark en Zonnebeke

Beschrijving: Iaecques Leonardus Beijts geeft aan Michiel Pijpe, baljuw van Klerkshove, het denombrement van een leentiende te Langemark en Zonnebeke, onder de heerlijkheid van Klerkshove, die nu toebehoort aan de abt van Zonnebeke. Hij doet dit als voogd van jonker Pieter Maria Schijnckele, heer van Ronshove, en zoon van jonker Pieter Schijnckele, heer van Montigny, Noordburg etc. Het gaat om de Hazewee-Tiende [+ situering van de tiende; + plichten van de tiende]. Van deze tienden worden op hun beurt twee tienden gehouden, namelijk de Merelaar-Tiende (in het bezit van jonker Pieter Maria Schijnckele) en de Kleine Hazewee-Tiende (in het bezit van jonker Charle Philippe Keingnaert).

Tekst

test
[voorkant]

D'heer Iaecques Leonardus Beijts als wettelick vooght paterneel over Jo[ncke]r pieter maria Schijnckele heere van Ronshove fi[liu]s Jo[ncke]r pieter gheeft mits desen over aen d'heer Michiel Pijpe Bailluij ende wettelicken maenheere van mannen van Leenhove der heerlicheijt van clerxhove toebehoorende mevrauwe de douagiere van Jo[ncke]r guillamus gherardij nu den heer abt van Zonnebeke van een sijn Leenthienden gheleghen inde prochien van Langhemarcq ende Zonnebeke genaemt de haezeweethiende wesende een halfve vorcke gemeene met den heere van denterghem die de ander halfve vorcke heeft Voorts met den prelaet van Zonnebeke over twee vorcken den prelaet van Voormezeele een vorcke ende het capitel van S[in]t maertens t'ipre oock een vorcke maeckende alsoo de gheheele thiende den nombre van vijf vorcken daervan dit Leen begrijpt een gherechte thiende deel palende int gheheele van oosten westen ende noorden Lanckx de beke die van S[in]t Julians Loopt tot de paddebeke ende van daer Langhst een waterloop die scheet het goet vanden abt van Zonnebeke ende dese thiende ghehouden vanden voorseijden Leenhove van clerckxhove staende ten trauwe ende waerhede ende ten reliefve van thien ponden par[isi]s t'elcker veranderijnghe van heritier met camerlijnck ghelt ende veranderijnghe bij cope is schuldigh den thienden pennijnck met ghelijck relief sijnde dit Leen een hofleen daervan ghehouden sijn de twee naervolgende Leenen wesende oock twee thienden daervan d'eene genaemt is de merlethiende *competeerende aenden voorschreven Jo[ncke]r pieter maria schijnckele heere van Ronshove ende d'ander genaemt de cleene haeseweethiende toebehoorende Jo[ncke]r ch[ar]le philippe keingnaert beede inde voornomde prochien sijnde de tweede de 8/27.e deelen vande voorseijde merlaerthiende gemeene met den heer pastor van Langemarck den Bailluij van Ledeghem causa uxoris ende de Canonijnghen van S[in]t maertens t'voornomde Leen aenden voorschreven Jo[ncke]r pieter maria schijnckele heere van Ronshove ghesuccedeert bij verderdijnghe ieghens sijnen outsten broeder ten sterfhuijse van Jo[ncke]r pieter Schijnckele heere van montignij noortburgh etc[eter]a sijnen heer vader wiens ziele godt genadigh zij in teecken der waerheijt hebbe dese Letteren van Rapporte overgegeven onder behoorelicke protestatie costumiere in mijne qualiteijt als vooght voorseijt desen 10.e Juli 1719 mij Toor[conde]n

J. Beijts

test
[achterkant]

Raport d'heer Jacques Beijts als vooght ouer jo[ncke]r pieter maria Schinckele van d'haeseweethiende in Langhemarcq 1719