Niet ingelogd - Inloggen
< vorige

BRU-AGSB-Z-988

Algemene gegevens

Opmerkingen analytische datum: Bijkomende datering: "15.a huius mensis"

Type: Verdediging door de abt van Zonnebeke, betreffende de schending van de immuniteit van de abdij door het wereldlijke gerecht, en de daaruitvolgend eventuele excommunicatie van de abt, met het verzoek om absolutie te krijgen

Beschrijving: De abt van Zonnebeke werd door de internuntius opgeroepen om zich in Brussel te komen verantwoorden voor een incident, waarvoor hij een kerkelijke censuur dreigde op te lopen. Hij liet zich vertegenwoordigen door de onderprior. De abt werd ervan beschuldigd om toegelaten te hebben dat het wereldlijke gerecht inbreuk maakte op de kerkelijke immuniteit van de abdij, door in de abdij een lijkschouwing uit te voeren op een overleden knecht van de abdij, die gestorven was tengevolge van een ongeluk. Hij beweerde echter dat hij nooit toestemming verleend zou hebben om voor dit doeleinde de abdij te betreden, mocht hij geweten hebben dat hij daardoor een censuur zou oplopen. Mochten de abt en diegenen van de religieuzen van de abdij die bij de lijkschouwing aanwezig waren, toch geëxcommuniceerd worden, dan verzoekt hij dat zij absolutie zouden krijgen, met de belofte nooit meer toe te zullen laten dat aan de immuniteit geraakt wordt, en bijgevolg het ongenoegen van de paus niet meer te wekken.

Opmerking: Wellicht een kladversie.

Tekst

test
[voorkant]

Cum Jllustrissimus Dominus Jnternuntius me Causam ob quam ignorantem Vel unum ex meis a me committendum Bruxellas citaverit de mandato ut inquiebat Summi Pontificis cumque oretenus Domino Subpriori nostro eo a Me misso indicaverit quod a Summo Pontifice in manda- tis haberet dandam mihi reprehensionem simul et declarationem quod incidissem in Censuras Canonicas nempe in Excommunicationem Latae Sententiae propte- terea quod permisissem (sicut dicebat) infringi immunita- tem Ecclesiasticam Videlicet Judicibus Saecularibus permittendo in Monasterio nostro capere inspectionem Cadaveris alicuius famuli casualiter Laesi et defuncti Cumque idipsum eidem Domino Subpriori nostro usque tertio Jllustrissimus Dominus Episcopus Brugensis indicaverit ac praeterea Mihi personaliter Jll[ustrissi]mam Suam Gratiam accedenti hoc idem asseruerit et affirmaverit: [tekst in de linkermarge toegevoegd: ac postremo id mihi rursus ad meam instantiam et preces illustrimus Dominus Jnternuntius Litteris suis 15.a huius mensis ad me transmissis digna- tus est attestari] Ego infra-scriptus Verbis dictisque Praefatorum Jllus- trissimorum Dominorum firmiter fidem adhibens notum facio ante omnia quod inspectionem illam capi numquam permise- rim: utpote cum (praeterquam quod deputati Magistra- tus Brugensis inscio me Domum nostram et locum defuncti ingressi fuerint et rem peregerint) huius Semper mentis fuerim (quam palam declaravi) quod Si Judex Saecularis inspectionem huius Cadaveris praetenderet absolute illam denegare debere- mus et fortior a fortiori in hac opinione stetissem aliosque officiales meos in hac confirmassem si per hanc violari Ecclesiasticam Jmmunitatem et Excommunicationem

test
[voorkant]

incurri praescivissem Quapropter si his auditis culpa- bilis judicer a sua Sanctitate vel ipsius Nomine a Praefatis Jll[ustrissi]mis Dominis Summi Pontificis Mentis Jnterpretibus et Nuntijs) in quantum debeo et indi- geo absolutionem ab hoc Vinculo pro me et pro meis qui inspectioni huic interfuerunt rogo et suppliciter deposco promittens in futurum me quid simile numquam permissurum in Abbatia nostra attentari ne amplius indignationem Summi Pontificis cui in omnibus parere Volumus et debemus et eamdem excommunicationem incurramus Actum die [niet ingevuld] anni .M.D.CC.XXI.

BRU-AGSB-Z-988 [achterkant]

cum illustrissimus dominus excommunicatio abbatis

N. 81.°