BRU-AGSB-Z-1439
Algemene gegevens
Analytische datum: 01-02-1785Opmerkingen analytische datum: Bijkomende dateringen: "den Eersten februarij xvij.C vijfent'achtentigh" (01/02/1785); "van den 18 December 17C vier-en-t'achentig" (18/12/1784); "den 3 January daer naer" (03/01/1785).
Type: Bevestiging door de Zaal van Ieper van de stichting van een rente door de abdij van Zonnebeke, ten laste van de Zaal, in het kader van het bijeenbrengen van het aan de vorst verschuldigde bedrag
Beschrijving: De baljuw, schepenen en leenmannen van de Zaal en kasselrij van Ieper verklaren dat zij van de abt van Zonnebeke de som van 462 gulden 17 stuiver en 5/7 denier ontvingen, en zij beloven hierop 4% intrest te betalen, wat jaarlijks neerkomt op 18 gulden 10 stuiver en 5/7 denier. Deze rente gaat in op 01/02/1785, en zal lopen tot het kapitaal terugbetaald zal worden [+ bijkomende voorwaarden van de rente]. Het geld zal gebruikt worden voor het contingent dat de Zaal van Ieper moet leveren aan de vorst.
Tekst
WY Bailliu Schepenen ende Edele Vassaelen der Zaele ende Casselrye van YPER kennen by desen te Rente ontfangen te hebben van den heer prelaet van d'abdie van Zonnebeke de somme van vier hondert twee-ent'sestigh gul[dens] seventhien stuijvers een en 5/7 deniers sterck wisselgelt Capitael a de Croonstucken vanden slagh vanden Coninck van Vrancke- rijck aen sesenvijftigh stuijvers gelijck wisselgelt het stuck ende d'ander spetien naer advenante a ... voor welcke Somme Wy beloven Intrest te betaelen in advenante van den penninck viere ten honderden uijtbringende jaerelijckx acht-thien guldens thien stuijvers een en 5/7 deniers gelijck Wisselgelt ... Dese Rente Cours en Inganck nemende den Eersten februarij xvij.C vijfent'achentigh ende aldus te continueren tot den reëlen Opleg den welcken Wy beloven ende Ons verobligieren
te sullen doen soo wel als de Betaelinge van de Jaerelycksche Croysen van diere in gelycke Specien ende Evaluatie als boven uytgedruckt renoncerende aen alle exceptien ofte gewysden die souden mogen Emaneren ter contrarie als-oock aen d'exceptie dicterende dat generaele renontiatie niet en opereert ten zy de Speciale vooren gaet met expresse belofte van de Credirentier te moeten ende sullen imdemniseren over alle Dechet ofte Be- schaedthede die uyt eenige veranderinge ofte augmentatie van Specien soude konnen occureren ende dit vry suyver geldt sonder aftreck van vyfden thienden twintigsten ofte anderen Penninck die in cas van impositie altydt wesen ende blyven sal ten privativen laste van onse Generaliteyt niet tegenstaende alle contrarie Ordonnantien ofte Gewysden die t'Onsen faveure souden mogen Emaneren met gelycke renontiatie ende belofte van indemniteyt als boven alle 't gonne voorschreven Wy soo veel te meer schuldig zyn van ter goeder Trauwe te moeten aldus presteren om reden dat cesserende eene van alle dese voorbesprokene Conditien respective de Penningen Capitaels niet gegeven nochte uytgetelt en souden geweest hebben ver- bindende tot versekertheyt der gemelde Capitaele Somme van Vierhondert twee-ent'sestigh guldens seventhien stuijvers een en 5/7 deniers gelijck sterck Wisselgelt ende van desselfs aenstaende te verschynen Croysen alle het Inkommen Goederen ende Loopende Middelen present ende toekommende van onse Generaliteyt zynde dese Oplichtinge geschiedt op ons Credit uyt krachte van Octroy van den 18 December 17.C vier-en-t'achentig verleent door het Gouver- nement van BRUSSEL ende ingevolge Onse Resolutie van den 3 January daer naer omme te employeren in de Betaelinge van ons Contingent in de Petitie geaccordeert aen SYNE MAJESTEYT den KEYSER ende KONINCK Grave van Vlaenderen onsen Souverain: In Kennisse der Waerheyt hebben Wy dese doen teec- kenen door onsen Raedt-Pensionaris ende Greffier van Vierschaere ende daer aen doen stellen den Zegel van Saecken onser Zaele ende Casselrye den j.e[n] februarij xvij.C vijfent'achtentigh
J. F. Liebaert