Niet ingelogd - Inloggen
< vorige

LIT-018

Algemene gegevens

Opmerkingen analytische datum: In de uitgave door Feys & Nelis(1), 86, nr. 127, staat in de marge '1233. Juin'.

Type: Bevestiging door drie geestelijken (waaronder de abt van Zonnebeke) van de overeenkomst tussen het hospitaal van Lambertus Pedis (/Pes) en de proost van Sint-Maarten betreffende diensten, giften en indulgenties

Beschrijving: De abt van Zonnebeke, de proost van Voormezele, en de deken van de christenheid van Ieper laten weten dat Margareta, de weduwe van Lambertus Pedis (‘Pes’ ?) aan Lambertus, de proost van Sint-Maarten, beloofd heeft, dat zij helemaal niets zou doen wat er op enige wijze toe zou kunnen leiden dat de giften aan de kerk van Ieper zouden afnemen. Zij mag ook geen nieuwe kapel aan haar hospitaal maken, of de bestaande uitbreiden, omdat naburige kerken minder giften zouden krijgen, wanneer personen in die kapel diensten zouden bijwonen. Bovendien heeft ze beloofd dat ze van de paus, noch van iemand anders, een indulgentie zou proberen verkrijgen die zou ingaan tegen de oorkonde van de bisschop van Terwaan; zou een dergelijk document toevallig toch verkregen worden, dan moet die overgedragen worden aan de kerk van Sint-Maarten. Mocht men op enige wijze pogen in te gaan tegen de genoemde oorkonde, door het plaatsen van een offerblok, een klokje, kruisen of iets anders, dan zal de proost ze laten weghalen wanneer het hem belieft. Dit alles werd ondertekend door Petrus, bisschop van Terwaan.

Opmerking: Deze tekst werd opgenomen in het ‘Registrum Rubrum’, fol. 15 (waar deze bron zich thans bevindt, moet nog gecheckt worden). // Feys & Nelis(1), 86, nr. 127 verwijzen naar oorkonde 117 in hun uitgave, als zijnde gerelateerd.

Tekst

Feys & Nelis(1), 86, nr. 127:

Quod hospitale Lamberti Pedis debet providere indumenta et ornamenta et omnia necessaria. Quod non debet ampliari capella. Nec truncus ponatur, nec crux nec imago, nisi ad altare.

Universis presentes litteras inspecturis J. abbas de Zinnebeka, et J. prepositus de Formezeles, et J. decanus christianitatis Yprensis, salutem in Domino. Universitati vestre notum facimus, quod Margareta, relicta Lamberti Pedis, in nostra presentia constituta venerabili viro L[amberto], preposito, prestito corporaliter juramento promisit, quod nichil attemptabit ullo umquam tempore vel facto vel dicto vel nutu vel aliquo signo per quod minui possint oblationes Yprensis ecclesie, et prepositus sub debito juramenti injunxit eidem, ne capellam ad opus hospitalis sui novam faceret, vel eam que modo est, in aliquo ampliaret, quia per hoc, si fieret, ecclesie vicine oblationes minuendas esse dicebat, populo ad capellam illam ad divina officia venturo; et ipsa sub debito juramenti quod prestiterat, promisit eidem, quod nec novam ibi capellam faceret, nec eam que modo est, ampliaret. Item eadem Margareta eidem juravit preposito, quod contra instrumentum domini episcopi Morinensis, quod in ejus et nostra fuit presentia recitatum, vel contra aliquid contentum in eo nullam faciet indulgentiam impetrari a domino papa vel ab alio, et si fortassis fuerit impetrata, resignabit eam ecclesie sancti Martini, et quicquid attemptatum erat contra instrumentum predictum, sive in trunco sive in nola sive in crucibus vel aliis quibuscumque, tolli faciet, quandocumque preposito placuerit ut tollantur. Actum anno Domini M°. CC°. XXX°. tercio, mense junio. Est autem instrumenti predicti tenor talis. Petrus, Dei gratia Morinensis episcopus.

(Registr. Rubrum, fol. 15)